Misschien nu al hét snoekverhaal van 2021. Een mega afsluiter van seizoen 2020/21 voor Ruben Dekkers en Mitchell Croese. Houd je vast, in de periode van eind februari tot eind maart vingen ze 45(!) metersnoeken, waarvan 18(!) boven de 120 cm en 5(!) van boven de 130! Klapper op de vuurpijl was een monsterlijke Esox mama van 133!
Door Ruben Dekkers
Mensen die mij al een tijdje kennen weten hoe hard en hoe lang ik al werk om een uitschieter te vangen. We vangen met regelmaat goede vissen, maar die ene echte grote vis bleef steeds uit. Sinds het najaar van 2019 vis ik veel met vismaat Mitchell Croese, we hebben elkaar via het pro-team van Abu Garcia/Berkley leren kennen. Vanaf moment één hebben we die klik zeg maar, zelfde ideeën over technieken, benadering van stekken maar daarnaast ook die bigfish drive.
Halverwege 2019 ging Roofmeister op pad met Ruben Dekkers, die toen met zijn pr snoek nog op ‘slechts’ 116 cm. Zie video onder. Hoe daar even radicaal verandering in is gekomen 😉
Samen hebben we dan ook al heel wat sessies achter de kiezen, we vangen gemiddeld steeds heel erg goed, maar ook ons samen lukte het nog niet om een echt monster te haken. In het voorjaar van 2021 zou het dan toch moeten lukken, met de eerste warme zonnestralen halverwege februari werden we dan ook wakker geschud en vol goede moed stortten we ons op de voorjaarsvisserij.
Zo’n vadsige pre-spawn dame, wat zou dat een mooie beloning zijn. Hoewel de omstandigheden haast perfect waren werd het lastig om wat snoeken aan de schubben te komen. Her en der een agressief mannetje die al helemaal klaar was voor het paaifestijn, maar de echte dikke dames lieten nog op zich wachten. Sessie na sessie leerden we steeds meer over het trekgedrag van de voorjaarssnoeken, telkens viel er weer een puzzelstukje op zijn plaats. Na een sessie of 6 à 7 op onze bek te zijn gegaan begon het plots te lopen, we hadden het spelletje door.
Zones die een soort verbinding waren richting paaigronden, grenzend aan diep water gaven plots wat vis. In het begin ook weer een aantal kleinere vissen, maar toen die eerste grote vis achter het aas aankwam hadden we een aanknopingspunt. Zorgvuldig werden de tijdstippen onthouden van waar we de grote vis tegenkwamen.
Op deze manier concludeerden we dat de grote vissen maar een aantal keer per dag even vanuit diep water het ondiepe op kwamen om hier een makkelijke prooi te nemen en energie op te doen voor de paringsdans (of om af te tasten wat de verandering van watertemperatuur teweegbrengt op de ondiepe zones). Wat ook een belangrijke factor is zijn het aantal lichturen per dag. Hoewel de stijging van de watertemperatuur op den duur stabiliseerde bleven de dagen wel lengen, ook dit speelt een grote rol in het voorjaarsgedrag van Esox Lucius.
Een aantal bijtmomenten per dag, daar moesten we het uiteindelijk mee doen. We kwamen er achter dat dit eerste moment nog voor dageraad plaatsvond, dit maakte dat we telkens ontzettend vroeg uit de veren waren om ook dit moment effectief te benutten.
Het laatste bijtmoment viel dan weer bij het vallen van de schemering, hierdoor maakten we ontzettend lange dagen op het water. Momenten met veel wind en regen, echte maartse buien zeg maar, maakten het voor ons niet makkelijk. Er werd hard gewerkt voor een aantal beten per dag, maar de selectieve vissen die we tegenkwamen maakten het enorm draaglijk.
De eerste dikke vis kwam heel onverwacht, precies op het moment dat ik nog niet scherp stond te vissen natuurlijk. Een dikke 120’er greep mijn traag geviste jerkbait vlak voor de boot. Het feit dat ik ze erop zag knallen en dat ik nog niet scherp stond te vissen maakte dat de jerkbait binnen een aantal seconden al loskwam van de vis. Om het er nog even in te wrijven kwam de vis rustig langs boord zwemmen en dook daarna terug de diepte in… Ik kon wel janken. Dit was de vis die een heel seizoen goed kon maken, maar deze duwde mij juist nog dieper in de onzekerheid.
Worp na worp visten we dezelfde zone secuur uit, maar ze gaf niet meer thuis. Kilometers driften verder dan toch een stevige vis die bleef plakken, deze vis ging maar net over de meter, maar was al moddervet. Een echte troost was het nog niet, maar ze verzachtte de pijn wel aanzienlijk. Een aantal worpen later haakte ook Mitch een solide vis, en met 111 dan toch een echt goede vis! We zaten er bovenop, en visten op dezelfde manier door, vol vertrouwen en in opperste concentratie dit keer.
Moment of truth
We komen in een zone waarvan ik zeg dat we er zeker een contact zouden krijgen… fracties van een seconde later zieik weer een dikke vis mijn jerkbait grijpen die op dat moment stil hangt. Deze keer haak ik de vis wel goed en een korte maar krachtige dril volgt. Daar ligt ze dan… in het net met haar dikke pens. “Dit is ’m Mitch, dit is de vis waar ik al seizoenen lang op jaag!” Roep ik bijna buiten adem. Dit is de vis die al een aantal jaar in mijn hoofd rondspookt, dit is de vis die de drijfveer was in mijn visserij. Vroeg opstaan, kilometers vreten langsheen zwaarbewaakte grenzen en geldende avondklokken, worp na worp in weer en wind, afzien tot in het beenmerg!
Toen ik het meetlint tot voorbij de 120 zag gaan was er eerst ongeloof, maar een bevestigende knik van Mitch deed me nog eens goed naar het meetlint kijken waar het bij 121 cm stopte. Spontaan sprongen de tranen in mijn ogen, met een dikke knuffel aan Mitch waande ik mezelf even in de gaypride. Maar ach, emoties moet je op dat moment ook helemaal niet onderdrukken! De prachtige vis werd op de gevoelige plaat gezet en vervolgens werd ze haar vrijheid teruggegeven.
Voor dit soort vissen heb ik altijd een fles Black Label Whisky in de boot liggen, bij ieder PR wordt er dan een nipje van de fles genomen. Een half uur later en een halve fles Whisky verder lag ik nog altijd na te genieten onderin de boot. Het feit dat het nog maar 9 uur ‘s ochtends was op nuchtere maag maakte dat de wereld rond mij een beetje vreemd begon te bewegen. Tijd voor een boterham en weer verder knallen, we zaten immers op goud.
Volgende week DEEL II met de ontknoping met in totaal 45 metersnoeken waarvan 18 boven 120 en 5 boven 130. Klapper op de vuurpijl was een monsterlijke vis van 133 voor mezelf. Stay tuned!!!