De zeebaars is inmiddels gearriveerd langs onze kust en dat zien we terug in de populariteit van deze visserij. Terecht,het zoute zilver is prachtig om te zien, ze zijn super sterk en… het is echt een uitdaging om ze te vangen. Makkelijk zijn ze zogezegd niet. Hier 5 knelpunten voor zeebaars, heb je die onder controle dan kun je je zelf zeebaarsmeister noemen 😛
Door Sjoerd Beljaars
Ik vis nu een aantal jaren op zeebaars, maar om te zeggen dat ik een regelrechte crack ben… Nee, integendeel. Elke keer weer lijkt het of ik het opnieuw moeten leren. Daarvoor doe ik het ook te weinig. Des te meer respect heb ik voor jongens als Mehmet Buyukyilmaz en Mourat Akkouh. Die doen het al jaren en weten als geen ander hoe, wat, waar.
Voor mij blijft het zodoende een super lastig spelletje, maar daarom niet minder interessant. Elke zeebaars die ik vang zie ik dan ook als een bekroning op mijn gestuntel in met name de Europoort. Met deze achtergrond ben ik eens te rade gegaan waar voor mij de schoen wringt, ofwel waar ik tijdens een sessie op stuk loop. Ik ben er van overtuigd, dat als je deze 5 knelpunten de baas bent, dat je je dan tot de gevorderden mag rekenen.
KNELPUNT 1> Stekken
Tja, hoe kan het ook anders? Hier valt of staat alles mee. Je kunt alles uit de kast halen, maar als ze er niet zitten zul je van een koude kermis thuis komen. Sowieso zijn er de gekende stekken, stekken waar van je weet dat er veel gevist wordt. Niet voor niets, daar zit zeebaars! Ga je je eerste stappen zetten als zeebaarsvisser, dan is het aan te raden om hier te gaan beginnen. Niks zo erg dat je aan alles twijfelt en dan met name of er wel zeebaars zit waar je aan het vissen bent…
Ik vind het lastig om een echte zeebaarsstek te karakteriseren. In hoofdzaak is het belangrijk dat er structuur in de bodem zit. In de Europoort komt dat voor mij neer op een brede stenen beschoeiing parallel aan de oever. Hier ‘verstoppen’ zeebaarsprooien zich. In mijn ogen met name krabbetjes die torenhoog op het zeebaarsmenu staan. Daarnaast vind ik het fijn als er voldoende stroming staat. Geen stroming, weinig activiteit. Toch is dat niet helemaal waar. Neem een plek als het Calandkanaal, waar niet tot nauwelijks stroming staat en toch echt zeebaars jaagt. Ook nog eens de grotere vissen. Voor mij nog steeds onbekend terrein. Ik houd het vooralsnog bij de stekken met stroming waar ik aanbeten heb gehad en gevangen heb.
KNELPUNT 2> Getijden
Eentje die ik ook lastig vind te doorgronden, maar zeker in relatie tot het bovenstaande een hoofdrol kan spelen. De ene stek is met hoog water onbevisbaar of gewoon niet goed, om met laag water een hotspot te zijn, of andersom… De een vindt opkomend water lekker, de ander weet niet hoe snel hij bij de waterkant moet zijn met afgaand water. Om horendol van te worden.
Ik houd het makkelijk voor mezelf, ik heb geleerd om de pieken in het afgaande en opkomend water te pakken. Ofwel twee uur voor en na vloed en hetzelfde voor eb. Wat zien we dan? Jawel, flatten the curve, helemaal in de tijdgeest van de corona crisis 😛 De stroming neemt in deze tijdspannes in kracht af en dat maakt simpelweg het zo licht mogelijk vissen een stuk makkelijker.
KNELPUNT 3> Techniek
Ik kan me nog goed een sessie herinneren toen ik met zeebaarsicoon Joop Folkers mee mocht op de boot. Het was een taaie dag. Eenmaal bij de Pier van Hoek van Holland zagen we de vis massaal boven de bodem liggen op de fishfinder, maar aanbeten ho maar. Opeens zagen we deze laag vis wat stijgen en niet veel later zagen we meeuwen in het wateroppervlak duiken. De knop was om en een vreetroes was gaande! Vlug hingen we pluggen aan de speld. Werpen, snel binnendraaien en… BOEM! Heerlijk, vooral omdat je eigenlijk eens een keer niets fout kon doen.
Helaas, of misschien juist gelukkig, maak je dat niet zo vaak mee. In de meeste gevallen moet je de zeebaars vlak boven de bodem zoeken. En ja, dat is geen makkelijk visserij, laten we dat op voorhand maar vaststellen. Beknopt de techniek: Je gooit je shad iets up tide, dus iets tegen de stroming in. Aan een zo strak mogelijke lijn wacht je tot je shad de bodem heeft bereikt, om de shad dan meteen op te tikken, om hem daarna op de stroming weer een stukje boven de bodem te laten zweven. Dit spel herhalen en liefst op gevoel. Bodemcontact voelen is fijn, maar verhoogt ook het risico op vastzitten.
Inderdaad, snoekbaarsvissers zullen een streepje voor hebben bij deze visserij, omdat het een hoop gelijkenissen heeft. Mijns inziens mag je de shad alleen wat agressiever optikken en verder boven de bodem vissen dan bij snoekbaars.
Het gewicht van de loodkop? Dat houdt het midden tussen het goed kunnen bereiken van de bodem en een zo natuurlijk mogelijke aanbieding. Oftewel, te licht en je vist te hoog boven de bodem. Te zwaar en je shad heeft meer weg van een baksteen dan van een klein visje. Zelf vis ik afhankelijk van stroming en de wind met loodkoppen van 10 t/m 30 gram en soms zelfs 40 gram.
KNELPUNT 4> Stroming en wind
Tja, die stroming hebben we al beschreven. Het is nu eenmaal een noodzakelijk kwaad voor het vangen van het zoute zilver, maar gebruik hem ook voor het over de bodem laten zweven van je shad. En… zoek de momenten dat het getijde de piek bereikt en de stroming afzwakt.
Dan is er nog iets dat het spelletje allemaal nog moeilijker kan maken, de wind. In het gunstige geval sta je met niet tot weinig Beauforts in de rug, opdat je lekker je ding kunt doen. 1-2 Bft is wat dat betreft heerlijk. Gaan we naar de 3-4 Bft. Dan wordt het al een stuk lastiger, maar nog steeds geen reden om thuis te blijven. Meer wind, tja, dan moet je je dat toch gaan afvragen. Gevorderde vissers slaan dan nog steeds hun slag… Ik waag me er niet aan 😛
KNELPUNT 5> Periode
Meestal zien we de zeebaars zo rond eind april arriveren om tot in november of nog langer te blijven. Eerst de kleintjes, gevolgd door de grotere baarzen. Lastig om te zeggen welke periode ze het meest actief zijn. Ik denk persoonlijk als ze net aankomen, wanneer ze van hun paaigronden in Het Kanaal komen en weer weg trekken, nadat ze zich hebben volgevreten.
En dan is er zoiets als de krabbenmaand, iets waarover men het heeft rond de maand augustus. Het is een periode dat de talloze krabben hun harde pantser afwerpen voor het aangroeien van een nieuwe. Op dit moment vormen ze nog meer een geliefde en makkelijke prooi voor de zeebaars. Echter, door dit overschot aan natuurlijk voedsel kan het in deze periode lastig zijn om ze op kunstaas te pakken. In mijn optiek moet je je hier niet door weerhouden. Gewoon gaan als de andere condities goed zijn…
Dat laatste zinnetje is treffend voor de zeebaarsvisserij. Laat je niet te gek maken. Geef een stek even kans voordat je het vertrouwen op zegt. En geef de visserij tijd. Het is geen makkelijke roofvis om te vangen, maar ze zijn meer dan de moeite waard! Veel succes! Wil jij tips voor de juiste hengel, klik HIER.