Nog een paar daagies en we schrijven februari. Vaak een van de koudste maanden, maar ook de tijd dat je de zon weer voelt prikkelen. Soms zelfs zo uitbundig dat de jas uit kan. Wat een weldaad is het om dan op het water te zijn. Extra mooi is dat je de grote snoeken al op de ondieptes kunt aantreffen.
Door Bertus Rozemeijer
De contrasten kunnen echter enorm groot zijn. Voor het wegrijden eerst nog flink krabben, om later op de dag meerdere kledinglagen uit te trekken. Februari vind ik vooral zo mooi omdat al flink veel vis in het ondiepe kan liggen. Met ondiep bedoel ik ook echt ondiep. Je mag hierbij denken aan minder dan een meter water en dit kan al vroeg in februari het geval zijn. Dat betekent nog niet dat je nu alleen maar op het ondiepe moet focussen. Ook tot meer dan twee meter diepte kan al veel snoek actief zijn, maar net zo goed tref je daar dikke baars aan. Voor mij een reden om niet voor al te groot kunstaas te kiezen.
Jerkbaitjes doen het nu erg goed, mits je ze langzaam vist. Keihard meppen wekt, zo lijkt het, eerder desinteresse op. Klein rubber is nu ook niet verkeerd. Shadjes tot een centimeter of twintig scoort bij mij al lange tijd erg goed. Ook op een shallow screw gemonteerd, dus maar net onder het oppervlak gevist gaat dat geld kosten, want ze worden met vaak buitengewone gretigheid tussen de groene kaken vermalen.
Het is echter niet alleen rozengeur en maneschijn. Februari kan heel koud en met een beetje wind erbij is het eigenlijk niet te hachelen. Maar toch gaan we! Misschien met een iets ingekorte dag, maar we gaan. Dat is beter dan je achteraf verbijten omdat ‘het’ er toch best goed uit ziet, al is het koud.
Warm aankleden is een must en vaak breng ik een bezoekje aan de kant om even te lopen, dansen, springen en desnoods wat natte geursporen achter te laten. Echt, dat helpt om er nog eens een paar uur tegenaan te gaan. Is het koud en staat er een bovengemiddeld briesje, dan vis ik graag diep. Denk maar aan, nou ja, de diepste plekken die je op je water vinden kan.
Op echt diep water mag dat gerust tien meter of meer zijn. Ook daar hangen groenjassen rond en niet zo’n beetje ook! Laat de boot lekker waaien en jig de bodem af. Niet al te agressief en zeker niet met groot kunstaas, maar ook weer niet al te langzaam. Slank kunstaas is nu wel vaak in trek en alweer, het mag van mij gerust tot zo’n 20 cm lang zijn.
Ideaal is het wanneer je tot zo’n 2 km per uur drift. Liever een beetje meer dan een beetje minder. Ik wil nu echt water afvissen en maak liever twee keer een drift over een vrijwel gelijk traject dan dat er maar wat aangerommeld wordt over een stuk waar geen einde aan lijkt te komen.
Wat nu zeker loont is flink met de vlieg gaan wapperen. Is het een beetje weer, zonnetje op het water en een buitentemperatuur die al naar de tien plus gaat, dan kan het druk worden in ondiep water. Niet alleen snoek, maar ook baars en zeker ook snoekbaars ligt hier op de loer. Die rovers willen er opvallend fanatiek in happen en veel van dat tuig is aardig aan de maat. Wat heet?! De tijd voor echte bakken aan de vlieg is nu echt aangekomen, dus ga ervoor.
Ik ga meestal met twee opgetuigde hengels op pad. Een met een Intermediate lijn en een met een zinkende lijn. Sink vijf ofzo. Met de Intermediate vis ik de platte platen af, met de zinkende lijn de taluds. Die laatste even laten afzinken en daarna de streamer het talud opwaarts afrippen. Echt, daar blijven die rovers zelden vanaf.
Januari en februari staan te boek als moeilijk maanden en dat zijn het ook, maar bonus is dat de vissen nu echt op zijn mooist zijn. Dik en strak in het vel! Dit is de tijd voor de serieuze bakken! Ga er voor Roofmeisters!