Eind juni is Luc de Groot met mijn zijn vismaat Swenn naar het hoge noorden van Zweden geweest om de ongerepte meren te bevissen die de bergen daar te bieden hebben. Het tweede deel van de trip bestond uit het ontdekken van stroomversnellingen en diepe meren buiten de bergen.
Check HIER deel 1 van dit avontuur.
Waar de bergen echt een unieke ervaring waren wat betreft agressie van de snoeken en de visserij op zicht, waren de plekken wat meer zuidelijk bizar qua aanbeten en omgeving. Zuidelijker lagen de rivieren met daar tussen meren. De rivieren waren wild, zo wild dat je echt kon spreken van stroomversnellingen waar we met onze 50pk en grote boot met flink gas nog net goed doorheen kwamen.
We begonnen in een meer met rustiger water en langzaam zouden we ons begeven richting de rivier die hard uitstroomde in het meer. De plantenvelden die we aan het uitgooien waren, brachten maar weinig activiteit. Als we in Nederland waren, hadden we ons niet echt druk gemaakt. Het gebeurt vaak zat dat je even niet veel activiteit hebt. Maar we waren immers op een plek waar amper gevist werd en toch echt ook veel meer snoek zwom, dus als er voldoende vis zat, hadden we dat wel op een manier gemerkt.
Het was tijd om het eens in de stroomversnellingen te proberen. In eerste instantie verwacht je daar absoluut geen snoek. Welke snoek is er nou zo gek om zo ver zulk hard stromend water op te zwemmen? Nou, ze waren blijkbaar allemaal zo gek. De eerste ‘slack area’, dus plek waar het niet stroomt, leverde meteen een aantal knalharde beten op. Ze zaten dus toch echt bij die stroomversnellingen. Onze theorie was dan toch dat de snoeken werden aangetrokken door het koelere, zuurstofrijke water. In Lapland zijn ze geen warmer weer gewend zoals in Nederland.
Door het hard stromende water moesten de snoeken ook opportunistischer zijn. Dat merkte je echt vergeleken met de bergen. In de bergen misten ze het aas en kwamen ze direct weer terug om het weer te pakken. Of wanneer je ze loste, pakten ze vaak genoeg ook gewoon het aas weer. In de stroomversnellingen doken ze er vol op, maar als ze misten, schoten ze direct weer terug naar hun schuilplek om niet meer terug te komen. Dit ga je in Nederland nooit vinden en daarom was het ook des te mooier om juist in die stroomversnellingen te vissen. Het gaf me toch nog meer het buitenland gevoel wat ik op de grote meren toch een beetje miste.
Sharpshooten
Hoe mooi de stroomversnellingen ook waren, na 1,5 dag waren we er echt wel uitgevist. De aanbeten namen af op de beperkte stekken die we hadden. Het was weer tijd voor wat anders. Tijd om de grote en diepe meren te bevissen!
Trollen was eigenlijk onze enige optie samen met pelagic sharpshooten op deze meren. Werpend zouden we ze echt niet zo snel en efficiënt gaan vinden op zulk onbekend water. We beschikten gelukkig over een Garmin unit met een PS30 transducer, dus we konden tijdens het trollen ook meteen even loeren naar mooie signalen om eventueel te sharpshooten en om te ziet hoe diep ze lagen. We vonden een hele hoop mooie vissen rond 10 meter diepte en ze waren absoluut niet bereid om naar ons grote aas dat we trolden toe te zwemmen. Tijd om ze gericht aan te vissen dan maar…
Er lagen eindeloze wolken met aasvis in de diepe gedeelten van het meer, we zagen op de PS30 zelfs een snoek jagen en allemaal kleine stippen verdwijnen. Het mooie daar ook weer was dat er amper dressuur was. Zodra ze aas opmerkten, reageerden ze direct. We konden dus in korte tijd flink wat mooie snoeken optellen.
We kregen ook te maken met hele stevige regenbuien, wat het niet veel prettiger maakte. Maar de snoeken leek het niets te deren, de activiteit trok flink aan toen de avond wat meer viel.
Uiteindelijk werden we ook nog eens zwaar verrast, we dropten op een ietwat kleiner signaal en die voelde toch anders aan dan snoek. Zowaar kwam er een pikzwarte snoekbaars boven. We wisten wel dat in sommige meren in Lapland een snoekbaarsje zwom, maar we hadden het absoluut niet verwacht. Een vis later was het weer raak, dit keer kwam er een gigantisch mannetje van 80+ boven. Het hom droop nog uit hem, dus ze paaiden vrij laat daar.
Het was inmiddels 01:30 ’s nachts en we moesten nog een stukje terug rijden. Het zat er weer op… Ons laatste tripje was een hele succesvolle terwijl deze zo moeilijk begon in de eerste uren. De volgende dag zouden we weer gaan vliegen. Tijd voor mij om naar camping Hedesunda te gaan, waar ik nog 6,5 week heb gewerkt en gevist. Heerlijk zo twee maandjes Zweden!
Nu ben ik alweer even in Nederland. Nu is het eindelijk tijd om weer even rustig mezelf bij elkaar te rapen en me klaar te maken voor het mooie najaar wat komen gaat! Succes allemaal!