Het vissen met dood aas kan met veel verschillende soorten aasvis. Kies je aasvis uit ons zoete water of kies je toch voor de zeevissen? Wij vroegen ons af wat nou het beste aasvissen waren en vroegen het aan een aantal fanatieke dood aas vissers!
De keuze die je maakt voor aasvis hangt flink af van welke techniek je toepast. Ga je met dobbers vissen of toch statisch? Is het water helder of heel troebel? Dit zijn factoren die je in je hoofd moet houden als je gaat vissen met aasvissen!
Onder de dobber
Om te beginnen de meest makkelijke methode, de aasvis onder de dobber. Deze manier is vaak wat actiever en vaak verplaats je je dobber elk kwartier/half uur. Zo zoek je de snoek meer zelf op in plaats van dat de snoek naar jou moet komen. Hardcore specialist Jeroen Bouwer vist graag met dobbers en wij vroegen hem wat hij graag gebruikt.
“Mijn favoriete aasvis onder een dobber is een verse blankvoorn van zo’n 20 – 25cm. De rede is dat dit de meest natuurlijke prooi is van snoeken op de meeste wateren.” Een voorn onder de dobber is vaak inderdaad de meest betrouwbare keuze en werkt gewoon goed. Jeroen vist echter wel vaak op grotere wateren. Een voorn van 10 – 15 cm is op klein water zoals de polder weer wat natuurlijker en leuker want je gaat simpelweg meer aanbeten verzilveren!
Troebel of helder water
Een voorn heeft in tegenstelling tot zeevis minder geur (en oliën en vetten). Wanneer het water helder is, kunnen snoeken goed zien en merken ze een voorn ook goed op. In troebel water moet je misschien wat meer geduld hebben. Wanneer het troebel is, kun je overwegen om zeevis te gebruiken.
“In troebel water waar ik veel in vis, is mijn nummer één aasvis haring. Is het water helder of semi helder dan vis ik vooral met voorn of makreel”, vertelde Serge Sonneveldt ons. Check ook DIT artikel van hem over de basics van het dood aas vissen! In troebel water is het dus belangrijk dat je iets meer inspeelt op geur in plaats van zicht om je kansen te vergroten.
Statisch vissen
Bij statisch vissen, dus echt met lood op de bodem, moet je de snoek meer naar jou laten komen. Specialist Jelle Kalter had hier ons veel over te vertellen wat heel interessant was! “Als je mij vraagt wat de beste aasvissen zijn, kom ik met het vervelende antwoord dat dat echt verschilt per water waar ik vis. Ik heb door de jaren heen gemerkt dat er op ieder water wel weer een andere voorkeur heerst voor de snoek.”
‘Ik ben er achter gekomen dat op de wat troebelere veenwateren en vaarten vaak voorkeur is voor vettere vissoorten. Sardine en haring zijn dan grote favoriet. Op heldere grote zandputten of grote watersystemen in Nederland merk je juist dat makreel en spiering erg in de smaak vallen.’
‘Voorn en brasem werken altijd wel, maar met statisch vissen gaat mijn voorkeur echt uit naar meer stinkende vissoorten. Mijn tip: koop een goede koelbox of koeltas en neem van alles wat mee. Je weet van tevoren nooit wat gaat werken die dag en als je ze goed bevroren houdt, kun je ze aan het eind van de dag weer in de vriezer leggen.”
“Ik ga nooit van huis zonder makreel, sardine, spiering en haring. Als ik dan tussen alles een keuze moest maken, kies ik toch makreel. Deze aasvis is heerlijk stevig en deze valt goed op onder water door zijn grotere omtrek en contrast. Ook werp je makkelijk met makreel gezien het een wat stevigere aasvis is.”
Onder de dobber op helder water is een voorn of brasem een uitstekende keuze, is het wat troebeler en krijg je geen beet, wees dan niet bang om een wat meer stinkende zeevis te gebruiken. Bij het statisch vissen moet de snoek echt naar jou komen en dan is de keuze voor zeevis, met name makreel een hele goede keuze! Succes!