Het onlangs verschenen 324 pagina’s dikke naslagwerk van Juul Steyn, met de titel ‘Denken als een vis’, wordt door NRC Handelsblad al ‘hét mannenboek van 2020’ genoemd. Ben jij benieuwd waarom? Check dan onderstaand fragment over de geschiedenis van die ene geniale uitvinding: de vishaak.
Door Juul Steyn
Tegenwoordig worden veruit de meeste vissen na de vangst weer teruggezet; dit wordt catch&release genoemd. En hoewel ik hier een groot voorstander van ben, neem ik ook regelmatig een vis mee naar huis om op te eten. Naast seks, en een fles ijskoud bier na een dag houthakken, geeft niets zoveel voldoening als het op tafel zetten van een zelfgevangen vis. Vang je een dag niks, ondanks je belofte aan het thuisfront om met een snoekbaars thuis te komen, dan stop je even bij de supermarkt om daar een kabeljauwhaasje te halen. Er was een tijd dat deze luxe absoluut ondenkbaar was. Als je niks ving, had je honger. En als je een tijd lang niks ving, ging je dood. In die tijd moest je vissen om te leven.
Toch heeft de mens niet altijd gevist, zo is te lezen in ‘A history of fishing’ van de professoren Dietrich Sahrhage en Johannes Lundbeck. Er zijn bewijzen dat Neanderthalers, onze uitgestorven verre voorouders, zo’n 100.000 jaar geleden, een voorkeur hadden voor visrijke gebieden. Zij vingen met name zalm en forel, waarschijnlijk door ze met eenvoudige stenen dammen af te sluiten van het gevaarlijke open water en ze dan met de handen te grijpen. Een veilige, maar niet erg effectieve manier van vissen.
Dat veranderde zo’n 50.000 jaar geleden toen de mens in Europa verscheen en gereedschappen ging maken. Eerst nog alleen speren, maar al snel ook harpoenen en pijlen die met een boog werden afgeschoten. Dit betekende dat de visser (of beter gezegd: de jager) zijn prooi altijd eerst moest zien en deze met gevaar voor eigen leven moest benaderen om een schot te kunnen wagen. Gevaarlijke bezigheid omdat de mensen toen waarschijnlijk niet konden zwemmen.
De uitvinding van de haak betekende een revolutie in de vangst van vis. De oudst bekende vishaak is gevonden in de Jerimalai-grot in Oost-Timor, een eiland ten Noorden van Australië, en is 16.000 tot 23.000 jaar oud. Opmerkelijk is dat in dezelfde grot ook 2.800 graten zijn gevonden van vissen die maar liefst 42.000 jaar geleden werden gevangen. Hoe de eilanders deze vissen, waaronder moeilijk vangbare en razendsnelle soorten als tonijn, vingen is een raadsel. Het bewijst in ieder geval dat vissers al tienduizenden jaren niet alleen dapper maar ook inventief zijn.
De haak op het eiland Oost-Timor werd gemaakt van schelpen en sindsdien zijn over de hele wereld vishaken van de meest uiteenlopende materialen gemaakt. Deze ontwikkeling duurt voort tot op de dag van vandaag en heeft geresulteerd in ultrascherpe haken van hightech materialen die ondanks hun dunne draad ijzersterk zijn. Daar is veel aan vooraf gegaan.
De meest eenvoudige haak is de keelhaak, beter bekend als ‘gorge hook’: een recht stukje bot, doorn of steen waaraan precies in het midden een lijn wordt geknoopt. De haak wordt beaasd, bijvoorbeeld door er een stukje worm op te schuiven, en wanneer een vis het aas naar binnen werkt, zet de haak zich vast in de keel van de vis. Tenminste, als je geluk hebt want de hakingsratio (verhouding tussen het aantal aanbeten en het aantal vissen dat blijft hangen) is ronduit beroerd. Wanneer de eerste keelhaken werden gebruikt is niet bekend omdat ze slecht bewaard zijn gebleven. Het is niet uit te sluiten dat ze eerder werden gebruikt dan de schelpenhaak uit Oost-Timor.
Kijktip: zoek op Youtube op ‘gorge hook fishing’ of klik HIER en geniet van low tech slow tv. Daarna zul je de moderne vishaak nog veel meer waarderen.
In Europa verschijnt de typische vishaak, dus met U-vorm en steel, vanaf zo’n 10.000 jaar geleden. Deze werden uit één stuk gemaakt van botten, hoorn en hout. In eerste instantie ontbrak de weerhaak, maar er zat wel al een verbreding aan de haaksteel om een lijn aan vast te maken. Onderzoekers gaan ervan uit dat deze haak mogelijk al eerder werd ontwikkeld door de subarctische jagerscultuur in noordelijk Eurazië. Van daaruit zou de vishaak zowel naar West-Europa als naar China en Japan zijn verspreid en verder geperfectioneerd.
Niet veel later werd ook de sterkere ‘compound hook’ (letterlijk: ‘samengestelde haak’) ontwikkeld, gemaakt van been en hoorn. De jacht neemt in belang af terwijl de visserij steeds belangrijker wordt – een ontwikkeling die sindsdien niet meer is gestopt.
Het is niet duidelijk wanneer vissers gebruik gingen maken van boten. Wat wel vaststaat is dat het oudste bewaard gebleven vaartuig ter wereld afkomstig is uit Nederland, uit het plaatsje Pesse in Drenthe. Deze kano van 298 cm lang en 44 cm breed is gemaakt tussen 8.200 en 7.600 v.Chr.. “Enige bescheidenheid is hierbij wel op zijn plaats omdat vaststaat dat de mens zich al langer met boten voortbeweegt. Neem Australië: daar kwamen de eerste mensen 70.000 tot 40.000 jaar geleden al aan land en die zijn echt niet komen zwemmen. Maar die boten zijn niet bewaard gebleven, en onze kano wel”, aldus Wijnand van der Sanden, Conservator Archeologie van het Drents Museum. “Het is een fascinerend idee dat onze verre voorouders met deze kano over de Drentse beken hebben gevaren, mogelijk om te vissen”
Een grote stap voorwaarts in de ontwikkeling van de haak is het gebruik van koper en brons. Deze haak, waarmee nog steeds wordt gevist, is sterker en dunner van draad en kan in de meest uiteenlopende maten worden gesmeed. De eerste vermelding van zo’n haak staat in het obscure en razend interessante ‘A Treatyse of Fysshynge Wyth an Angle’ (klik HIER) van Juliana Berners: het oudste sportvisboek ter wereld, waarover later meer. Opgravingen in Egypte tonen echter aan dat er in circa 2500 v.Chr. al koper, en later brons, werd gebruikt om vishaken te maken waarmee in de Tigris en Eufraat op karper werd gevist. De oudste exemplaren waren nog weerhaakloos, maar vanaf de 12de dynastie (1991 – 1786 v.Chr.) werden ze zowel met weerhaak als oog en bledje gefabriceerd. De moderne vishaak was geboren.
Het principe van de haak is sindsdien niet veranderd, maar de manieren waarop deze wordt ingezet wel. Door de eeuwen heen heeft de mens altijd weer nieuwe en meer effectieve methoden gevonden om vissen aan de haak te slaan. Dat is één van de redenen waarom ik gefascineerd ben door de hengelsport: het vermogen van de mens om inventief om te gaan met een eenvoudig stukje gebogen metaal. Het resultaat van die vindingrijkheid vind je verderop in dit boek terug als we tot voor kort onbekende vistechnieken behandelen. Namen als ‘neko rig’, ‘vib lure’ en ‘jika rig’ klinken je nu misschien nog als nieuw in de oren maar behoren spoedig tot het standaard jargon van de sportvisser.
Roofmeister mag drie fragmenten uit het boek ‘Denken als een vis’ publiceren. Dit was een fragment uit het hoofdstuk ‘Vissen om te leven’. Volgende week: ‘Sloten, de slachtkamers van de polder’.
Een gesigneerd exemplaar van dit boek bestel je via Beet.nl, klik HIER. en een ongesigneerd exemplaar bestel je eenvoudig via Bol.com, klik HIER.