Het werpen met kleine plugjes, ook wel crankbaits genoemd wordt steeds populairder. En terecht! Ikzelf vis er nu zo’n twee jaar vrij fanatiek mee in de warmere periodes. Vergis je alleen niet, want ook tot laat in het najaar en in het voorjaar werkt deze techniek uitstekend!
Door Luc de Groot
In twee jaar tijd ben ik helemaal verslingerd geraakt aan deze visserij. Ik sta er echt van te kijken hoe dodelijk effectief die kleine stukken plastic kunnen zijn. Maar met zoveel moois op de markt kun je soms door de bomen het bos niet meer zien. Er zijn zoveel verschillende modellen, kleurtjes, duikdieptes en afmetingen.
Toch zijn er verschillende merken die naar mijn mening erg goede pluggen produceren voor de Nederlandse markt. Om het mezelf niet te duur te maken en vooral om het lekker simpel te houden heb ik eigenlijk alleen maar pluggen van Westin en Rapala.
Westin heeft een enorm breed assortiment, dus eigenlijk voor elk type stek heb je een plug die geschikt is. Rapala maakt de DT (Dives To) serie en die is inmiddels ook niet meer weg te denken uit mijn tacklebox. Met name omdat je deze topper razendsnel op diepte kunt brengen, perfect dus voor diepere stenen randen!
Je past je plug natuurlijk aan naar het type stek die je bevist. Is het diep? Dan kies je voor een plug die een grotere duiklip heeft. Dit zorgt ervoor dat het water harder tegen de plug aan drukt en dat deze dieper gaat zwemmen. Ook is het belangrijk om te weten dat, des te haakser de duiklip op het kunstaaslichaam staat, des te minder de neiging om diepgang te hebben. Wil je de plug diep hebben kies dan voor een duiklip die in het verlengde van het kunstaaslichaam wijst.
Op stromend water zit de roofvis toch graag tegen de bodem aan zodat ze niet worden weggespoeld. Speel hier dus op in door op stromende stukken je plug tegen de grond aan te laten stuiteren. Ik geloof er ook heilig in dat dit gestuiter op de bodem extra agressie opwekt bij de roofvis en zo sneller een aanbeet uitlokt.
Vis je nou een andere stek af, bijvoorbeeld een ondiepe plaat waar planten groeien dan is het verstandig om een plug te kiezen die niet dieper duikt dan 0,5/1 meter diepte. Zo laat je hem mooi over de planten zwemmen en dit kan killing zijn de hele zomer lang. Je herkent ondiep duikende pluggen aan de kleine zwemlip. Deze is vaak ook vierkant achtig (squarebill). Verder staat de duiklip liefst haaks op de body van de crankbait.
Rustig binnen vissen met wat tussenstops is vaak al voldoende voor spektakel. Wat mij ook enorm heeft geholpen op deze ondiepe platen is het gebruik van een polariserende zonnebril. Zo zie je de planten goed staan en kun je makkelijk je plugje door de planten navigeren zonder constant vast te zitten. Af en toe vast zitten in de planten is overigens niet erg. Geef een paar ferme tikken met je hengel top om je te ontdoen van de planten en je zal regelmatig zien dat juist dan de aanbeet komt.
Voor roofvis een impuls aanbeet, ‘die laat ik niet ontsnappen’. De aanbeten op het ondiepe zijn bij mij ook vaak harder dan bij diepere stenen. Voornamelijk ook omdat je niet over de bodem stuitert. Als je over de bodem vist dan is het vaak gewoon hangen in plaats van een ferme tik.
The gear you need
Over materialen kun je uren lang door praten en speculeren, maar dat ga ik hier niet doen. Ik zal mijn eigen setups beschrijven waarmee ik het lekkerst vis. Om te beginnen heb ik altijd twee hengels mee met het cranken. Eentje met een reel en eentje met een molen. Een reel vist voor mij simpelweg prettiger, een crankbait kan aardig wat druk op je pols uitoefenen en een reel ontlast je zodoende. Ook maak ik met een reel preciezere worpen en je maakt in no-time een nieuwe worp.
Zelf gebruik ik voor een reel een 15/00 gevlochten lijn. Ik sla altijd loeihard aan uit reflex en daarom is die dikkere lijn een extra zekerheidje voor me. De slip staat altijd vast en zodra ik voel dat de vis lijn gaat nemen, speel ik daarop in door de thumb bar in te drukken en deze af te remmen met mijn duim zodra de vis hard gaat zwemmen. Ideaal maar het is wel even wennen.
Maar waarom dan niet alles met een reel? Op een reel kun je niet met een hele dunne lijn uit de voeten, je gooit sneller pruiken en het slip mechanisme is lang zo soepel niet als bij een molen. De belangrijkste reden voor een molen (1000-3000 serie) is dat daar een dunnere lijn op kan. Voor een molen gebruik ik zodoende een 11/00 gevlochten lijn. Doordat deze dunner is, heb je minder weerstand in het water en daardoor zal je crankbait een grotere diepte halen. Ik schakel daarom dus graag over naar mijn molentje zodra de stek dieper is dan 3 tot 3,5 meter.
Begin je net met het vissen met crankbaits of gewoon om het eens uit te proberen? Een lichte spinhengel volstaat meer dan prima om lekker te vissen. Let er wel op dat de top voldoende kan buigen. Bij een te strakke hengel heb ik vaker dan nodig vis verspeeld. Een hengel die meer buigt en dus dempt, levert een veel hogere hook-up ratio op! Vooral bij baarzen die toch een vrij zachte bek hebben.
Wat ik zelf wel erg prettig vind, is een reel of molen met een lagere overbrenging. Een lagere overbrenging betekent dat er per slag van je slinger minder lijn opgespoeld wordt. Zo draai je niet per ongeluk te snel waardoor je crankbait bijvoorbeeld scheef gaat lopen. Ik heb al met al betere controle over mijn aas. Toen ik net begon, viste ik met een molen met een vrij hoge inhaalsnelheid en ik ben er toen een aantal keer uit gevist door maatjes die simpelweg een lagere overbrenging op hun reel/molen hadden. Na het overschakelen ben ik ook echt betere resultaten gaan zien in mijn visserij.
Het meeste uit je stekken halen
Wat het vissen met crankbaits voor mij ook zo leuk en spannend maakt, is dat je op de meeste type stekken al kunt zien zonder fishfinder dat het een leuke stek kan zijn doordat je stenen ziet of planten of net dat ene hoekje met stilstaand water, grenzend aan een stuk met volle bak stroming.
Als ik boven water al een hoop informatie kan aflezen, geeft me dat extra vertrouwen om te voorspellen waar die vis uithangt. Zowel vanaf de kant als met de boot kun je een heel eind komen als je dit kunt aflezen. Dit kost natuurlijk wel de nodige oefening en ervaring. Maar op een gegeven moment ga je patronen ontdekken, dan weet je op wat voor specifieke type plekken je meer of juist minder vangt in bepaalde maanden of tijden van de dag.
Hoe dan ook maak ik ook graag gebruik van mijn fishfinder. Het is geen hele geavanceerde, maar met wat moeite kan ik op de Side Imaging wel hardere structuren zien op de bodem. Tijdens het driften op ondiepe platen kan ik soms zo een mosselbank zien liggen of een partij stenen. Zodra ik dit zie, gaat de boot direct voor anker. Vooral als de bodem voor de rest vrij kaal is; in dat geval is een mosselbankje of een steenstort een ware oase voor de vis. Over het algemeen bevis ik drie type stekken het liefste:
Stek 1> Stenen kanten
Om te beginnen vis ik graag bij stenen kanten met een vrij steil aflopend talud tot aan een meter of 4-5 diepte maximaal. Dieper kan natuurlijk ook maar hou er dan wel rekening mee dat je plug hoogstwaarschijnlijk niet gemakkelijk op de bodem gaat komen en dat je dus minder in de strike zone van de roofvis kan vissen, wat dus minder effectief is. Op deze echt diepe stekken zal ik sneller voor softbaits gaan.
Stek 2> Ondiep op de rivier
Ondiepe stukken in de rivier worden ook niet overgeslagen, integendeel! Zeker als de zon niet te hoog aan de hemel staat (’s ochtends of ’s avonds) of als het water troebel is en flink stroomt, zijn deze stekken mijn onbetwiste favoriet. Midden op de dag als de zon hoog staat met geen wolkje aan de hemel, zal ik niet snel de echte ondieptes opzoeken. Een diepe stenen kant geniet dan mijn voorkeur.
Stek3> Kribben
Zelf vis ik niet veel rond kribben gezien ik de voorkeur heb voor het lekker driftend vissen en wil je alle kribben afvissen in de rivier dan ben je dagen bezig. Om dit te voorkomen en effectiviteit te verhogen, let ik heel erg op hoe ver de kribben uit elkaar staan. Stel dat je een lang stuk rivier hebt waar geen kribben staan, dan is de eerste krib die weer komt natuurlijk extra interessant. Dit is de eerste rustplaats waar vissen gebruik van kunnen maken over een flink stuk rivier. Dit kunnen dus echte hotspots zijn.
Wat ik ook nog vaak wil doen, is kribben afvissen die in een buitenbocht liggen van de rivier. Het water wordt hier harder langs gestuwd en de bodem wordt dus dieper uitgesleten en zal ook harder zijn omdat zachte deeltjes direct weer worden weggespoeld. Dieper water, hardere bodem en snellere stroming zijn in mijn boekje top. Hier gebeurt wat onder water en de roofvissen zijn ook niet van gisteren, die gaan lekker rond die kribben liggen en wachten tot er wat lekkers langs spoelt.
Wat de visserij zo leuk kan maken rond de kribben, is de kans op roofblei. Vooral in de buitenbochten waar het dieper is en harder stroomt, lijken ze goed vertegenwoordigd te zijn. Vis je plugje dan ook echt binnen tot aan de boot, ook al raak je geen bodem! Het zal de eerste keer niet zijn dat een plugje vol overgave op half water wordt gegrepen.
Het kan ook nog voor komen dat je midden op de rivier wat vis op de bodem ziet liggen of een heel interessante structuur, maar dat het wel 5 meter diep is. Wat hier kan helpen om toch net even dat stukje extra diepte te behalen, is je hengel een stuk onder water steken en met je molen een paar snelle slagen te maken. Op deze manier kan je zomaar een dikke meter winnen met je crankbait!
En nu op naar het water! Ik hoop dat ik jullie enthousiast heb kunnen maken over deze heerlijke actieve visserij. Werkelijk elke roofvissoort kun je verwachten en het zijn juist niet de kleintjes die een snack zien in zo’n crankbait. Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel, mail je vraag gerust naar info@roofmeister.nl.