De snoekbaars is een mysterieuze vis en feitelijk geldt dat voor elke vis. Wij kunnen niet zien wat er onder water gebeurt en dat is misschien ook waarom we vissen zo mooi vinden. Die eindeloze zoektocht om die onbekende wereld te begrijpen… Toch zijn er ook heel wat dingen wél bekend en in dit artikel duiken we in de biologische weetjes over de mysterieuze glasoog.
Header Foto: Sportvisserij Nederland
Weetje 1> Snoekbaarzen bouwen nesten
Wanneer het tijd wordt om te paaien, bouwen de mannetjes snoekbaarzen nesten. Dit doen ze veelal op ondiep water en het liefst waar oude plantenresten of wortels liggen. Ze graven een soort kuil wat de wortels van waterplanten blootlegt. Hierop legt het vrouwtje dan de eitjes, die daarna door de mannetjes bewaakt worden. De paai vindt vooral ’s nachts of vroeg in de ochtend plaats.
Ook blijft het mannetje de eitjes van zuurstof voorzien door constant met de vinnen het water te verplaatsen rond de eitjes. Je merkt dat de mannetjes gaan paaien of tegen de paai aan zitten wanneer ze zwart kleuren. De vinnen krijgen prachtige blauwe tonen erbij en dit levert echt prachtige plaatjes op.
Weetje 2> Snoekbaarzen hebben speciale ogen
Zoals velen wel weten, zijn snoekbaarzen goed in het donker te vangen en dat heeft een reden. Doordat snoekbaars graag op wat dieper water verblijft, zeker overdag, hebben ze vrij grote ogen. Niet alleen de grootte van de ogen valt op, ook het reflecterende netvlies. Schijn er maar eens een licht op in het donker en je zult zien dat de ogen oplichten. Daarom worden snoekbaarzen ook wel ‘glasoog’ genoemd.
Bij een vergelijking tussen soorten werd door Määtä et al. (2019) geschat dat snoekbaars de hoogste visuele gevoeligheid heeft, minstens twee keer zo hoog als die van een vergelijkbaar formaat snoek. Dit komt dankzij de relatief grote omvang van het oog (pupil) en de aanwezigheid van een zogenaamd reflecterend tapetum achter het netvlies. Deze aanpassing geeft de snoekbaars een voordeel in het zoeken van prooien in donker en troebel water.
Weetje 3> De rete mirabile
Snoekbaarzen zijn physoclisten, dat wil zeggen dat ze een gesloten verbinding hebben tussen slokdarm en zwemblaas. Hier zit namelijk een extra orgaan tussen, namelijk het rete mirabile. Dit is een gespecialiseerd netwerk van bloedvaten die een speciale rol speelt in het reguleren van het drijfvermogen van de snoekbaars.
Dit systeem zit dus in verbinding met de zwemblaas. Dit orgaan is gevuld met gas en dit maakt het mogelijk zonder veel energie te verspillen op verschillende dieptes te blijven. Het rete mirabile werkt via een proces van tegenstroomuitwisseling, waarbij zuurstof uit het bloed naar de zwemblaas wordt getransporteerd. Door drukverschillen kan de zuurstofconcentratie in de zwemblaas zelfs hoger worden dan die in het bloed, wat essentieel is voor aanpassingen aan diepteveranderingen. Door dit systeem kan de snoekbaars dus de hoeveelheid gas reguleren in de zwemblaas.
Ook mede door dit systeem is het zo slecht voor een snoekbaars om van grote diepte omhoog getrokken te worden. Doordat de verbinding tussen zwemblaas en slokdarm niet open is, kan het gas niet snel genoeg ontsnappen. Lucht zet namelijk uit bij elke meter dat het stijgt: als de vis geen kans ziet om zijn of haar zwemblaas op tijd te legen worden vitale organen verdrukt. Daarom zie je dus de zwemblaas uit de bek komen of de ogen uitploppen als ze op diep water gevangen worden.
Weetje 4> Snoekbaarzen migreren
Nog iets wat we te weten zijn gekomen, is dat snoekbaarzen flinke afstanden kunnen afleggen. Zo is de IJsseltrek het bekendst in Nederland. Hier migreert snoekbaars van het grote IJsselmeer de IJssel op via het Ketelmeer en via Kampen in het najaar naar diepere wateren. Dit kun helemaal tot aan het Hollands Diep of Haringvliet zijn.
In de winter trekken de snoekbaarzen namelijk naar diepere wateren, soms wel tot 30 meter diep om daar rustig de winter door te komen. Soms merk je misschien ook dat er een bepaalde periode veel snoekbaars te vangen is op een bepaald stuk rivier en een tijd later totaal niet meer. Dan is de kans heel groot dat ze door jouw stuk rivier heen zijn getrokken.
Weetje 5> De groei van snoekbaars
Een heel interessante topic bij vis is hoe snel ze kunnen groeien en dit is bijzonder om te zien. De groei van jonge snoekbaars is uiteraard sterk afhankelijk van het voedselaanbod. De grootste snoekbaars ooit gevangen was 120 cm bij 20 kg, maar zo groot zien wij ze in Nederland helaas niet. Jonge snoekbaars kan vrij snel groeien, tot een lengte van 2 cm eet snoekbaars vooral zoöplankton, waarna ze rond de 10 cm lengte echt vis gaan eten.
Eerder kan dit ook al gebeuren, dit is vooral afhankelijk van de hoeveelheid jonge witvis. Hoe sneller een snoekbaars overschakelt op een dieet van vis, hoe harder deze in de jonge levensjaren gaat groeien. Er kunnen grote verschillen zitten tussen snoekbaars populaties; onderzoek van Argillier et al. (2003) heeft aangetoond dat in een meer met een gunstige watertemperatuur en rijk voedselaanbod een eenjarige snoekbaars al 23 cm kan zijn. In minder gunstige omstandigheden kan het (maar) 8,3 cm zijn. Het is dus per water en habitat sterk verschillend.
Onderzoek in Nederland gedaan door Klein Breteler & De Laak (2003) gebaseerd op 6775 gevangen snoekbaarzen, zie bovenstaande grafiek. Hier zien we dat de gemiddelde groei niet zo hoog is als wat het kan zijn. Toch is een snoekbaars van drie jaar oud al gemiddeld 40+ cm. Dit betekent dat de snoekbaarzen die wij veel vangen helemaal nog niet zo oud zijn en ze het goed doen hier! Natuurlijk zijn deze onderzoeken ruim 20 jaar oud en kunnen er dingen veranderd zijn.
Bonus weetje
Snoekbaarzen maken geluid! Er zijn zelfs geluidsopnames gemaakt van snoekbaarzen onder water. Er wordt gedacht dat de geluiden gemaakt worden door de tanden of botten. Het is een beetje een soort klikkend, krakend geluid, wat onderzoekers associëren met territoriaal gedrag, veelal rond de paai (Tiepelt, 2005 unpublished; via Froese & Pauly, 2007).
We zijn even de wetenschapsdocumenten in gedoken en kwamen toch tot een paar super interessante weetjes. Wist jij dit alles al?