Dit is dé manier om jouw eerste snoek op dood aas te vangen!

08/12/2024
Dit is dé manier om jouw eerste snoek op dood aas te vangen!

De winter is nu volle bak in aantocht en de nachten worden weer kouder. Dit betekent maar één ding: snoeken met dood aas! Maar waar begin je, wat heb je nu echt nodig, wat zijn goede tactieken en hoe pak je het in het algemeen aan? Een hoop vragen die wij hier voor je beantwoorden. 


***De Roofmeister Community, word nu member***
✅Exclusieve video’s
✅Maandelijks prijzenfestival
✅Live Q&A’s met Sjoerd & Bo
✅Reclamevrij roofvisforum
✅En veel meer… Klik HIER.


Header foto: Serge Sonneveldt – Dood aas is natuurlijk een mega effectieve manier om die trage winter snoeken te vangen. Met dood aas kun jij zelfs als beginner echt grote snoeken vangen, omdat het simpelweg een super natuurlijke aaspresentatie is en het is in de regel niet heel erg ingewikkeld. In dit artikel de basics, natuurlijk kun je de boel daarna altijd nog finetunen!

 

Wat heb je nodig?

Bij dood aas vissen dien je je wel iets meer voor te bereiden dan met kunstaas vissen. Zo is het belangrijk dat je van tevoren aasvissen vangt of koopt. Als je net begint met dood aas hoef je echt niet aan de gang met zeevis of enorme voorns. Gewoon een simpel voorntje van tussen de 10 cm en 15 cm is nu voldoende. Dit omdat je dan alle formaten snoek goed kunt vangen en dat je geen bizar zware setup nodig hebt.

Je hoeft niet per se grote aasvissen te gebruiken. Je kunt ze zelf vangen, maar ook in de hengelsportzaak kopen of zelfs online bestellen. 

Qua hengel kun je een spinhengel kiezen of een lichte karper hengel als je die toevallig hebt liggen. Hierbij is het belangrijk wel een wat langere hengel te kiezen tussen de 2,40  en 3 meter om die aasvis een beetje weg te kunnen zetten. Ook heb je met meer lengte een flinke hefboom om goed de haak te kunnen zetten. Een werpgewicht tot een gram of 80 à 100 is voor de beginnende dood aas visser meer dan genoeg, want we beginnen immers op kleiner, relatief makkelijk aan te pakken water. Daarover later meer! Maak de set af met een molen in de 3000-4000 serie met 25/00 gevlochten lijn en je zit goed, geen concessies!

De setup hoeft niet moeilijk te zijn, dit is voldoende!

Dat werpgewicht is nodig omdat je toch te maken kunt krijgen met de grotere snoeken. Bovendien, een aasvis, loodje en dobber wegen nog best wat bij elkaar. Als dobber kun je het beste een wat lichtere kiezen van 20 tot 30 gram (drijfvermogen). Let op er bij het uitloden van de dobber dat het gewicht van de aasvis ook nog aan de dobber ’trekt’.

Een dreg maatje 4 haakt heel goed in omdat deze wat dunner is.

Als laatste de onderlijn,  wij raden 1 mm dik fluorocarbon aan. Dit kun je makkelijk aan je hoofdlijn knopen of je koopt een kant en klare onderlijn. Het voordeel van fluorocarbon is dat je kunt zien of het beschadigt is en dus weet wanneer je onderlijn aan vervanging toe is. Kies ook een relatief kleine dreg, maatje 4. Voordeel van een kleinere dreg is dat deze dundradiger is en dus beter inhaakt. Zorg uiteraard wel voor een goede kwaliteit dreg die niet snel uitbuigt.

 

Stekken & tactieken

Nu de setup compleet is, gaan we zoeken naar stekken. Als beginner weet je nog niet waar de snoek zich ophoudt, dus moet je gaan zoeken. Daarom is het slimmer om te beginnen op kleiner water, zoals polders, parkvijvers en woonwijken. Hier zit vaak veel snoek en ze zijn nooit ver weg. Zoek vooral onderbrekingen op als bruggetjes, splitsingen, gemaaltjes, plekken tussen veel huizen etc. Het zal veel zoeken zijn en uren maken in het begin. Thuis kun je al heel wat zien op Google Maps! Zoek naar sloten met veel huizen in de buurt, of poldersystemen met lekker veel splitsingen en bruggetjes.

Zomaar een screenshot, maar hier zijn voldoende plekjes om een paar dobbers te leggen!

Verder raden we aan veel te verkassen en veel plekjes te proberen, daarom is dat kleine water zo leuk. Je weet namelijk na een half uurtje echt wel of er actieve snoek zit. Zit deze er niet? Dan schuif je op naar een volgende potentiële hotspot. Door actief en mobiel te zijn, kun je er snel achter komen waar je wel, of juist niet wezen moet. Vind je eenmaal plekken vol met aasvis of vang je snoek, blijf dan vooral even zitten en kom er vaker terug. Hoe vaker je ergens vist, hoe beter je de stek gaat snappen en maximaal resultaat haalt.

Een splitsing is een interessante plek! FOTO: Serge Sonneveldt

In dat kleine water is de diepte ook minder van belang, omdat de sloten vaak niet dieper zijn dan 1,5 meter diep. Dit maakt het vissen met dood aas ook makkelijker op dit soort water. Vis je met twee hengels, dan kun je er eentje uitpeilen opdat je aasvis strak op de bodem ligt en de andere bijvoorbeeld op half water. Krijg je meer beet op de bodem, dan kan het slim zijn om ook de tweede aasvis hier aan te bieden. Krijg je juist meer actie op half water, dan schakel je me de tweede hengel  over naar half water.

 

Juist met de vis omgaan

Nu heb je eindelijk beet en je dobber plopt onder… Yes! Wacht dan eventjes een paar seconden (maximaal vijf seconden). Wacht zeker niet langer want dan is er kans dat de aasvis heel diep geslikt zit, dat wil je niet! Liever een vis gemist dan een prachtige vis onnodig beschadigen. Draai de lijn rustig vervolgens strak totdat je contact hebt met de vis, om vervolgens krachtig de haak te zetten.

Een matje en goede tangen zijn handig en onmisbaar.

Voor het vissen met dood aas is het raadzaam om een landingsnet mee te nemen en een onthaakmatje. Zeker als beginner zijn dit twee benodigdheden om verantwoord met een snoek om te gaan. Neem ook altijd een lange onthaaktang mee en een kniptang. Zonder deze tangen kun je absoluut niet de deur uit! Als je echt weinig ervaring hebt of niet zeker bent, ga dan altijd met iemand op pad die meer ervaring heeft.

 

We kunnen nog wel even doorgaan, maar dit zijn de absolute basics van het dood aas vissen. Voor nog veel meer info over dood aas vissen kun je een kijkje nemen in onze Community. Via DEZE link kun jij het een hele maand gratis proberen!