Vandaag de dag zijn er vele soorten materialen onderlijnen te verkrijgen en kunnen wij ons goed voorstellen dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Als je de eigenschappen van iedere type onderlijn weet kan de keuze een stuk gemakkelijker worden. Roofvisspecialist Sander Paans helpt je op weg.
Staaldraad> Ga voor kwaliteit
Sinds jaren kennen we eigenlijk al het bekende staaldraad en dit is er dan in verschillende varianten, single strand (1 draad) of een staaldraad met meerdere dunne draden gevlochten. De single strand (verenstaal) is vaak dik, zwaar en stug en wordt gebruikt bij de jerkbaitvisserij. Het draad buigt niet en geeft de actie vanuit de hengel mooi door naar de jerkbait wat de actie ten goede komt. Nadeel is direct weer het gewicht en de stugheid, vaak krijg je de onderlijn als een wokkel terug of met een dikke knik erin. Gelukkig is het materiaal niet duur en vervang je de onderlijn met gemak. Ben je een beetje handig, dan maak je ze zelf van pianodraad.
Het gevlochten staaldraad is vaak wat dunner, maar ook zeker een stuk soepeler dan single strand. Ik gebruik dit type onderlijn nog erg vaak, eigenlijk zit het altijd als onderlijn voor mijn (snoek)baars shads. Mocht ik onverwachts een snoek haken dan hoef ik niet bang te zijn dat de vis mijn lijn door schuurt. Dit type onderlijn is erg goedkoop en is kant en klaar te verkrijgen, maar ook het zelf maken is een fluitje van een cent. Koop alsjeblieft niet de goedkope groene of zwarte draadjes die voor een paar centen aan een bordje hangen met 20 of 30 tegelijk, deze wartels zijn erg slecht en kunnen open springen bij de dril van een snoek. Pak liever een iets duurdere onderlijn met een kwalitatief beter speldwartel!
Titanium> Knikken = vervangen
Een onderlijn type waar de een bij zweert en de ander niet is titanium. Ik vis er zelf erg veel mee en gebruik het voor mijn jerkbaitvisserij. Het is lichter dan single strand staal, blijft goed strak voor de jerkbait, maar is ook soepel genoeg om mee te draaien om de snoek heen. Titanium heeft dan de eigenschap dat het terug veert. Nadeel is dan wel dat je niet ziet wanneer de onderlijn op is en aan vervanging toe is.
Daarnaast is het ook prijstechnisch wat aan de hoge kant, maar de eigenschappen zijn voor mij genoeg redenen om het aan te schaffen. Ook hiermee kun je kiezen tussen zelfbouw of kant en klaar. De dunne 15lbs versie zet je in als dunne onderlijn bij het baarzen, vanaf 40lbs voor het snoekvissen in de polder en op groot water met zware jerkbaits misstaat een 70lbs variant niet. Mocht er een knik in zijn gekomen, vervang hem dan!
Fluorocarbon> Alleen dik gebruiken
Ook hier weer een onderlijn type waar veel discussie over is. Is het nou wel of niet snoekbestendig? Ik heb zelf nog nooit problemen gehad, maar gebruik wel een dikke variant, als ik ze zelf maak is dat de 80lbs van Rozemeijer. Dikker mag natuurlijk ook nog altijd. Dunnere fluorocarbon gebruik ik als onderlijn voor het baarzen en snoekbaarzen met aan het einde uiteraard nog een staaldraadje!
Check na een vis of aanbeet wel je onderlijn, fluorocarbon kan namelijk gaan rafelen. Is dit het geval, knip dan een stukje af, plaats een nieuwe sleeve en je kunt weer verder vissen. Om deze reden maak ik mijn fluorocarbon altijd wat langer, zo rond de 45 – 50 cm en nooit korter dan 30 cm! Met deze dikke onderlijnen vis ik zelf niet graag met jerkbaits, wel als ik met rubber, spinners, of ander kunstaas ga gooien.
Knutselen
Ga je zelf aan de slag met onderlijn materiaal, laat je dan goed voorlichten in de hengelsportzaak. Het is echt niet moeilijk, alleen heb je de juiste materialen nodig. Knijp je sleeves dicht met een tang die daarvoor bedoeld is en koop de juiste maat. Een dun staaldraadje op een 2.0 sleeve is niet echt een goede keuze, deze zijn juist bedoeld voor dikkere materialen als fluorocarbon of dik titanium. Zorg er bij het soepele materiaal (staaldraad en titanium!) voor dat het laatste stukje drie keer door de sleeve wordt gehaald, en hier bedoel ik het volgende mee:
Stap 1: schuif de sleeve op de onderlijn.
Stap 2: Het uiteinde van de onderlijn steek je terug door de sleeve waardoor er een lusje ontstaat. Aan deze lus komt je speldwartel.
Stap 3: Het uiteinde steek je nu nogmaals terug in de sleeve en komt er aan de kant van de wartel weer uit. Dit trek je ver genoeg door totdat aan de andere kant een klein lusje overblijft. Knijp nu de sleeve plat met een sleevetang.
Door stap 3 te doen voorkom je dat soepel onderlijn materiaal uit de sleeve gaat glijden. Optioneel kan je de sleeve en het kleine achterste lusje nog netjes afdekken met een stukje krimpkous. Dit is verkrijgen op de karperafdeling en krimpt bij hitte, het kan met een aansteker maar ook stoom uit een waterkoker werkt prima.
Er zijn nog talloze varianten te bedenken op deze onderlijnen, maar die laat ik hier buiten beschouwing. De basis is hiermee gelegd en dat is het belangrijkste. Voor nu hoop ik dat de keuze met betrekking tot onderlijnen wat eenvoudiger is geworden. Succes!