De snoek, een intimiderende en goed gecamoufleerde rover die vaak uit een hinderlaag jaagt. Het is een geweldige sportvis in ons land omdat de snoek in veel wateren zwemt en heel agressief kan zijn! Aandacht voor leuke feitjes en weetjes over snoeken gebaseerd op de wetenschap!
Jagen in troebel water
We zien de snoek vaak als typische zichtjager en ze kunnen natuurlijk heel goed op zicht jagen. Wat we steeds beter inzien, is dat ze ook geweldig kunnen jagen door middel van het zogenaamde zijlijn orgaan en daarmee letterlijk kunnen voelen wat er gebeurt in het water. Dit zien we bijvoorbeeld bij het pelagisch vissen in het donker, veel vissers vangen in het donker heel goed snoek.
Onderzoek wijst ook uit dat snoeken in troebeler water het even goed kunnen doen als in helder water. Echter zijn er wel verschillen tussen snoeken die onderzocht waren in helder water en snoeken die onderzocht waren in troebel water. Snoeken in troebel water waren doorgaans actiever en meer aan het zwemmen. Ook waren ze meer te vinden op open water en onderzoekers denken dat dit te maken heeft dat ze meer op zoek zijn naar prooi in plaats van dat ze wachten op prooi. Ze kunnen niets zien, dus moeten ze zelf maar op zoek. Best logisch, nietwaar?
Extreem afhankelijk van planten
Dit wisten de meesten misschien wel, maar waterplanten zijn cruciaal voor de overlevingskansen van jonge snoek. Snoeken blijven in hun eerste twee jaar bijna uitsluitend in de planten of andere beschutting. Onderzoek wijst uit dat jonge snoeken vluchten voor grotere snoeken. Snoeken zijn namelijk kannibalen pur sang en een kleine snoek staat hoog op het menu van een grote snoek.
Wanneer een grote snoek dus rond of in de planten gaat liggen, worden de kleinere weggejaagd naar een ander stuk of zelfs tot buiten de planten. Hier lopen ze weer risico om gepakt te worden. Vang je dus op een stek meerdere kleine snoeken (behalve in het voorjaar), dan kun je voor grote snoek beter verkassen.
Vang je juist een grote snoek tussen de planten, kun je misschien nog wel een grote vangen of helemaal niets meer op basis van dit onderzoek. Anders gezegd, kleine snoeken zijn bewezen bang voor grote snoeken en verdwijnen van een plek als er een grote arriveert.
’s Winters minder territoriaal
In de winter vertonen snoeken best wel afwijkend gedrag van wat we net geschreven hebben. Ze komen namelijk graag samen in diepere poelen of beschutte delen van het water. Hier kunnen ze heel dicht bij elkaar liggen, wat zeer ongebruikelijk is in bijvoorbeeld de zomermaanden. Een onderzoek beschreef het als: “Dit gedrag vertoont een afwijking van hun gebruikelijke territoriale gedrag, waarbij de spacing tussen individuen meer gebaseerd lijkt op sociale groepering dan op verdedigen van territorium.”
Dit zien wij als sportvissers ook gebeuren in bijvoorbeeld havens, waar je op een klein stuk best meerdere en zelfs veel snoeken kunt vangen. Zou het komen omdat er voldoende voedselaanbod is op die plekken in combinatie met een lage watertemperatuur, waardoor de spijsvertering sowieso al traag is? Misschien is dit de reden dat ze elkaar ’s winters goed kunnen tolereren en ’s zomers niet.
Een gebroken tand vervangen
Snoeken hebben een grote bek die vol zit met messcherpe tanden en deze zijn natuurlijk nodig om hun prooi goed vast te houden. Wist je dat snoeken een tand kunnen vervangen net zoals haaien dat kunnen? Ze hebben hun tanden hard nodig om goed te kunnen jagen en daardoor wordt een uitgevallen tand op den duur vervangen voor een nieuwe.
We zien vaak wel dat bij oudere snoeken de tanden een stuk gebrekkiger en botter zijn dan bij jonge snoeken. Waarschijnlijk is het voor een oude snoek ook lastiger om nieuwe tanden te laten groeien, who knows. Gelukkig hebben oude snoeken zo’n grote kop dat ze toch wel moeiteloos over een aasvis heen kunnen schuiven en die tanden minder hard nodig hebben!
Een snoek groeit heel snel
Wist je dat een snoek heel hard kan groeien en zijn leven lang blijft groeien? Zeker in de jongere jaren groeien snoeken pijlsnel, want een snoek van zo’n twee tot drie jaar kan al 50-60 cm zijn. Hoe ouder de snoek wordt, hoe minder snel deze groeit. In Nederland hebben we enorme snoeken zwemmen en vissers komen uit heel Europa om deze te vangen. Weet je ook waarom ze zo groot hier worden? Dat komt omdat het Benedenrivierengebied ideale omstandigheden biedt om monsterlijk groot te worden.
Zo is de temperatuur hier ideaal, niet te warm en zeker niet te koud, zodat de snoek in de zomermaanden hard kan groeien. Ook zijn de wateren als Haringvliet, Hollands Diep en Volkerak heel rijk in prooi aanbod. Dit komt mede omdat deze wateren in verbinding staan met de rivieren van Nederland en er constant nieuw water doorheen loopt met voedingsstoffen. Ook zijn dit grote, relatief diepe wateren met veel waterplanten en ze vormen dus een ideaal habitat voor zowel kleine als grote snoeken.
Dus door een combinatie van een rijk prooiaanbod, ideale temperaturen, een constante aanwas van nieuw en vers water en goed habitat kunnen snoeken in Nederland en met name het zuidwesten van Nederland extreem groot worden. In Zweden is een echt grote vis waarschijnlijk ouder dan een Nederlandse vis. Dit komt vooral omdat de periodes met warm weer korter zijn dan hier.
Wist jij deze feitjes al over snoeken? Wat kunnen we ons gelukkig prijzen met zulke mooie, grote snoeken in Nederland!