Is het jou ook opgevallen? Steeds vaker zie je bij vangstmeldingen op de diverse social-media kanalen dat de betreffende vis is gevangen op een crankbait. In veel, maar zeker niet alle gevallen gaat het daarbij om baars. Maar crankbaits zijn zeker ook in trek bij de andere rovers die in ons mooie kikkerlandje rondzwemmen. En dan gaat het vaak ook nog eens om de grotere exemplaren.
Door Arthur Langstraat
Dat crankbaits razend populair zijn, zie je niet alleen terug in de vele vangsten: de grote hengelsport fabrikanten weten er ook wel raad mee! Speciale hengels, aangepaste baitcaster-reels met een lage overbrenging, de meest mooie crankbaits in schitterende kleuren en verschillende duikdieptes. Er wordt zelfs al enkele jaren een crankbait-only wedstrijd gevist waar topvissers van verschillende landen maar al te graag vertegenwoordigd zijn. Nou en of dat crankbaits dus populair zijn!
Ik vis van kleins af aan op roofvis in de Rotterdamse binnenhavens die in verbinding staan met de Nieuwe Maas. Nog altijd ben ik daar te vinden, met zoveel potentieel goed water in de buurt ben ik een bevoorrecht sportvisser. Nog steeds zijn er gedurende het seizoen enkele momenten waarop de grote baarzen massaal op de rivier te vinden zijn. Een 40-plus baars is dan zelfs een vrij normale vis, crankbaits zijn daarbij al geruime tijd mijn eerste keuze.
Waar ik in een eerder artikel al eens schreef over winterse obesitas-baarzen ben ik erachter gekomen dat deze visserij ook in de zomermaanden zeer effectief is. Andere rovers zoals snoekbaars of roofblei zijn dan goed op cranks vangbaar. Ooit viste ik van de lente tot de herfst vooral op karper, tegenwoordig heb ik het visseizoen in roofvissoorten verdeeld. Snoek in het voor- en najaar, de rest van het jaar op de andere zoete en zoute rovers. De laatste tijd steevast vergezeld door m’n zoon Marley die, enthousiast geworden van mijn verhalen, het roofvissen ook heeft opgepakt.
Wat zijn crankbaits?
Zoals ik hierboven al aangaf, vis ik qua hardbaits vooral met crankbaits, maar wat zijn dat nou eigenlijk? Een crankbait is niets anders dan een uit het buitenland geïntroduceerde naam voor een zinkende of drijvende wat kortere, bollere plug al dan niet voorzien van een interne ratel. De lengte en de stand van de zwemlip ten opzicht van de body verraadt daarbij of het om een diep duikende of een ondiep duikend exemplaar gaat. Hoe langer de lip, des te dieper die gaat. Hoe korter en haakser (op de body) de lip, des te ondieper. Er zijn ook liploze crankbaits verkrijgbaar, maar die laat ik in dit artikel buiten beschouwing.
Welk type je kiest, hangt geheel af van de diepte van het water en de diepte waarop je de vis verwacht. Tegenwoordig gebruik ik om dat te bepalen steeds vaker een Garmin Striker cast, een klein model fishfinder die je aan je hengel kunt inwerpen en die je op je mobiele telefoon afleest met de bijbehorende app. Ik kijk daarbij niet zozeer naar eventueel aanwezige vis, maar wel naar de waterdiepte en bodemstructuren.
Waar?
Veel roofvissen houden zich in de zomer op op half water, zeker interessant om dan met ondiep duikende crankbaits aan de slag te gaan. Maar over het algemeen grijp ik zoals ik in mijn vorige Roofmeister artikel al schreef (Klik HIER), toch vaak naar de diep duikende modellen zoals de 55 en 70 mm lange DEX Trencher of een 60 mm lange Dredger. De Trencher is uitgerust met een Weight Ramp-systeem, wat uniek is bij pluggen.
Dit helpt om verdere en precieze worpen te maken. Ook zijn ze voorzien van een stabiliserende schijf in de duiklip. De subtiele actie van deze Berkley hardbaits resulteert in keiharde aanbeten, hun uitgebalanceerde interne gewichtsverdeling zorgt ervoor dat deze cranks ook bij hogere snelheden altijd recht door het water lopen en dat je er ook nog eens ver mee kunt werpen. Laat de diepduikertjes lekker stuiteren tegen de bodemstructuren, houd daarbij wel je kunstaasredder en je schepnet in de buurt.
Waarmee?
Als ik met crankbaits op pad ga, dan gebruik ik tegenwoordig de speciaal daarvoor ontwikkelde Spike Pro Crankbait hengel. Deze hengel, voorzien van een Spike low profile crank reel zorgt met zijn overbrengingsverhouding van 5.4:1 voor de voor crankbaits met hoge weerstand benodigde kracht.
Mijn reel is opgespoeld met een 19/00 dikke Berkley SICK 8-strengs PE gevlochten en tevens super gladde lijn. Ik kies bewust een iets dikkere lijn omdat ik in water met veel obstakels vis en, veel belangrijker, ik het niet op mijn geweten wil hebben een vis te verspelen die vervolgens met een stuk kunstaas wegzwemt. Deze combo heeft de perfecte balans en ook nog eens een super actie. Zowel het snelle en secure werpen, de directe overbrenging, als het drillen van een mooie vis op een baitcaster geeft me persoonlijk een flinke adrenaline kick!
Voor de zekerheid maak ik wel altijd gebruik van een 92/00 dikke fluoro onderlijn. Wat was ik blij met deze keuze toen ik enige tijd geleden mijn 127 cm lange PR snoek op een Dredger ving. Aan de ene kant een wartel, aan de andere kant een Fusion Fast Snap. Nooit geen opengebogen speldjes meer: met deze snap kun je je kunstaas nog sneller en zekerder monteren dan voorheen. Stop wat verschillende cranks in je Plano Edge box en je bent er klaar voor.
Natuurlijk kun je ook gewoon je spinhengel pakken. Gebruik dan een medium-light hengel van circa 210 cm met voldoende stijfheid en een snelle topactie. De gemiddelde crankbait is dan wel niet groot, maar geeft behoorlijk veel weerstand in het water. Ook het goed zetten van de haak gaat met een wat strakkere hengel beter.
Hoe?
Er zijn verschillende goed werkende technieken mogelijk. Als eerste de Stop & Go methode: Tijdens het binnendraaien van je kunstaas regelmatig stoppen zodat je kunstaas afhankelijk van het type dat je hebt gemonteerd stil blijft hangen (suspending), zinkt of naar de oppervlakte stijgt. Juist op dat soort momenten slaan de rovers toe.
Als tweede is er de Steady retrieve manier. Gewoon inwerpen en weer binnen draaien. De enige ‘extra’ actie die je daarbij kunt meegeven is het variëren van de inhaalsnelheid. Wissel snel en langzaam in willekeurige volgorde af en verleid op die manier de twijfelende vissen tot een aanbeet. Moet je na het inwerpen al gelijk diep vissen? Verhoog dan direct nadat je aas het water raakt je inhaalsnelheid zodat je kunstaas snel op diepte is. De diepte waarop je vist, kun je ook nog enigszins variëren door je hengeltop bij het binnen vissen hoger of lager te houden.
Veel vissen, vooral de baarzen, volgen het kunstaas vanuit de diepte en slaan nog net voor de kant toe. Ze doen er alles aan om het kunstaas te pakken te krijgen. De vissen die op het laatst misgrijpen vang ik meestal alsnog door een zogenoemd ‘achtje’ te draaien. Een superspannende visserij waarbij je, zeker in helder water, hartkloppingen van dat kat en muis spelletje krijgt. Sommige blijven vlak voor je voeten achter het kunstaas aanjagen en springen nog net de kant niet op. Zet daarbij een goede polariserende zonnebril op, het kan niet spannender!
Beschik je over een (belly)boot? Vis je crankbait dan ook eens trollend. Wissel je vaarsnelheid af of geef af en toe een ruk aan je hengel om extra actie teweeg te brengen. Door je hengel tijdens het trollen soms richting je aas te bewegen, rem je de snelheid juist weer iets af. Geen boot en toch trollen? Geen probleem: Ik noem dat kant-trollen. Met een flinke vaart en je kunstaas op enkele meters achter je in het water de kanten af lopen. Nou ja, lopen? Het lijkt meer op iets tussen rennen en snelwandelen. Als je me dat een keer ziet doen dan zul je wel denken… Lekker belangrijk: het is uiterst effectief! Enige voorwaarde daarbij is dat je wel lange, rechte kanten moet hebben.
Fish smarter, not harder
Mijn laatste tip is om in te blijven spelen op de situatie ter plekke: het bekende juiste tijd op juiste plaats principe. Experimenteer veel. Stoot regelmatig je neus, door te vallen en weer op te staan en bij wisselende omstandigheden aan het water te zijn, doe je veel ervaring op en vergroot je gewoonweg je kansen.
Bedankt Arthur voor je nuttige tips! Neem zeker ook een kijkje op zijn Instagram pagina, of stuur hem bij vragen een DM!