Roofbleien zijn mysterieuze vissen, we weten niet veel van ze en veel vissers vinden het lastig om ze gericht te vangen. Zeker zomers laten ze zich prima vangen, maar moet je net weten waar en hoe. In dit artikel leggen we je in vijf stappen uit hoe je je eerste roofblei vangt.
Door Team Roofmeister
Stap 1> Je materiaal
Als eerste het materiaal, wat heb je nodig als je op roofblei wilt vissen? Roofbleien zijn snelle vissen en rammen je aas als een sneltrein, dus je hebt best een beetje materiaal nodig als je echt op roofblei wilt vissen, gezien de harde aanbeten en harde runs tijdens de dril. Kies hiervoor dan een hengel van ongeveer 2.20 m in de boot en 2.40 m vanaf de kant. Het aas waarmee je gooit is vaak niet zwaar, maar mocht je met pluggen vissen, kunnen die best wat aan de hengel trekken.
Kies daarom een hengel die iets meer werpgewicht heeft en een top die enigzins soepel is. Roofbleien hebben niet een super harde bek en rammen je aas hard. Voor optimale inhaking, moet je hengel iets mee kunnen bewegen en de slip dient wat losser te staan. Als de slip vast staat, ga je de roofbleien niet goed haken. Stel daarom de slip zo af, dat je hem bij het binnen draaien net niet hoort. Heb je bijvoorbeeld een snoekbaars hengel van 2.40 m en een werpgewicht tot zo’n 30 of 40 gram, dan ook zit je goed. Je hoeft dus echt niet per se een speciale roofblei hengel te kopen.
Dan moet er nog een molen op. Hier raden we je aan een molen te kiezen met een goede slip in de 3000-4000 serie met een snelle inhaal snelheid. Dit is voor jezelf een stuk comfortabeler omdat je voor roofblei erg snel vist. Doe hierop een gevlochten lijn van ongeveer 15/00 en een fluorcarbon voorslag van 40/00 en je hebt een prima set om mee op roofblei te vissen!
Stap 2> De stek keuze
Roofbleien zijn vissen die gebouwd zijn om in de harde stroming te leven. Ook verraden ze zich vrij vaak door in het oppervlak te jagen, dus zo kun je ze ook vinden. Zoek dan ook eerst naar plekken waar de stroming een stuk harder is dan op andere plekken. Denk bij rivieren bijvoorbeeld aan buitenbochten, vernauwingen of punten waar twee rivieren samen komen.
Andere plekken waar je goed kunt vissen, zijn gemalen die open staan, sluizen die open staan of andere bouwwerken die stroming maken. Hoe harder de stroming, hoe beter, het kan soms echt niet hard genoeg voor die roofbleien. Natuurlijk zwemmen ze ook veel op wat meer stilstaand water zoals rivierplassen. Op deze wateren kunnen ze ontzettend ondiep jagen, dus hier is het een kwestie van meters maken, blijven gooien en goed opletten of je ze ziet jagen of zwemmen.
Stap 3> De techniek
Nu we op de stek zijn, moeten we ze ook nog zien te vangen. Wat met roofblei vaak werkt, is ver ingooien en gewoon als een gek binnen draaien. Roofbleien zijn zo snel, dat wanneer je denkt dat je te snel draait, het eigenlijk nog sneller kan. Mocht je tegen de stroom in vissen, dan hoeft het niet op maximale snelheid. Dit is ten eerste redelijk onnatuurlijk, want welke mini aasvis is sterk genoeg om heel snel tegen de stroming in te zwemmen en ten tweede, veel kunstaas loopt gewoon niet mooi als je echt snel tegen stroming in vist.
Staat het water stil of vis je stroom mee, dan mag het wel lekker snel. Belangrijkste is dat je aas de juiste actie heeft. Let er dus bij je aaskeuze op dat je aas snel gevist kan worden! Als dit niet zo is, is het geen goed aas voor roofblei.
Stap 4> Het aas
Tja, wat kies je? Het beste aas is gewoon klein kunstaas van gemiddeld 4 tot 10 cm wat je extreem snel kunt vissen. Populaire aasjes zijn bijvoorbeeld kleine tailspinners, kleine lepels of pilkers, kleine pluggen, of kleine jerkbaitjes zoals een mini Salmo Slider. Die jerkbaitjes tik je dan niet binnen, maar die draai je gewoon als een gek binnen. Ook kun je super gaaf op roofblei vissen met topwaters, zeker wat later in de zomer leveren deze spectaculaire aanbeten op.
Roofblei is alleen soms zo moeilijk te vangen… Waarom? Dat weten we natuurlijk nooit precies maar wat er veel gedacht wordt, is dat ze, zeker in de vroege zomer zo gefixeerd zijn op extreem kleine aasvis omdat daar veel van in het water zit. Zo klein, dat veel kunstaas al snel te groot is. Later in de zomer en tegen de herfst aas, kun je roofbleien prima vangen op groter aas.
Stap 5> Vis drillen
Yes! Daar is je eerste roofblei. Wat nu? Roofbleien zijn tricky vissen, kwetsbaar en lastig vast te houden omdat ze vrij wild zijn. We raden aan de roofblei niet te scheppen als het niet hoeft. Die haken hangen vaak buiten de bek en als die vast komen in het net, verpest je heel de vis. Pak de roofblei ook niet bij de kieuw! Snoeken, snoekbaarzen en baarzen kun je prima bij de kieuw pakken, maar roofbleien kunnen hier niet goed tegen.
Wat het best is met roofblei, is ze stevig bij de staartwortel pakken met de ene hand en ondersteunen bij de buik met de andere hand. Gaat de vis klappen, heb je hem goed vast en is de kans klein dat de haak in je hand schiet. Houd de vis ook niet onnodig hoog van de grond. Als je met zijn tweeën bent, laat je vismaat dan de vis onthaken terwijl jij hem vast hebt. Ben je alleen, leg de vis dan voorzichtig op een onthaakmatje of in nat gras en onthaak voorzichtig. Het zijn kwetsbare vissen, dus zet ze snel weer terug!
Roofbleien zijn mysterieus, maar heb je ze eenmaal door, dan is het feest. Het lastigste is om ze te lokaliseren. Weet je eenmaal waar ze zwemmen, dan is de techniek niet super lastig. Ingooien en hard binnen draaien is vaak al genoeg! Succes!