Nazomerkoorts – ZO VANG JE HERFST SNOEK – Jouke Jansma

23/09/2018
Nazomerkoorts – ZO VANG JE HERFST SNOEK – Jouke Jansma

Mijn snoekvis hart begint vaak echt te kloppen, als na de zomer  een periode aanbreekt waarbij er, bijvoorbeeld na een periode met veel regen en wind, een flinke val van de watertemperatuur heeft plaatsgevonden.  Al met al een uitermate interessante periode van het jaar, waar in de natuur grote veranderingen plaatsvinden. Boven water is dat goed te zien, maar de invloed ervan is onder water minstens even groot.

Door Jouke Jansma

Er wordt vaak veel gesproken over de herfsttijd als ideale roofvistijd. Dat klopt natuurlijk ook, want veelal kun je de nodige grote vissen tegenkomen, juist op plekken die tijdens de zomer niet te bevissen waren vanwege plantengroei of de veroorzaakte drukte door de andere watergebruikers.

Houd rekening met grote snoeken; en of je hart daar sneller van gaat kloppen!

In eerste instantie is de periode direct nadat de water temperatuur een aantal graden is gezakt en ruim onder de 20 graden terecht  is gekomen,  een periode waarin vaak veel en ook grote vissen worden gevangen. Bij een mooie nazomer zal deze toptijd liggen rond eind september en begin oktober, maar afhankelijk van de weersomstandigheden kan deze periode evengoed een paar weken eerder liggen.

Ook mijn vismaat doet mee.

Waar?

Weten dat de omstandigheden voor een kans op een goede visdag goed zijn is één, maar dan moet je ze natuurlijk wel weten te vinden. Als de rust terugkeert op het water, zoek ik de snoek vaak op stekken waar naast ondiep water ook diep water in de buurt is.  Veelal hebben we in het noorden grote ondiepe plassen. De kanalen die er doorheen lopen en in uitkomen zijn vaak een flink stuk dieper. In de buurt van de mondingen hiervan begint de witvis in deze tijd al grote scholen te vormen.

Langerekte scholen witvis dicht tegen de bodem.

Niet alleen rondom die grote scholen, maar zeker ook een stuk de kanalen op beginnen de roofvissen actief te worden en te jagen op optrekkende witvissen. Je ziet dat de scholen witvis op de kanalen dan ook vaak langgerekt zijn en zich dicht tegen de bodem ophouden. Het is nu zaak om daar net boven te vissen en af en toe het kunstaas flink te versnellen. Soms kun je, als je dat wilt wel een hele dag vissen op een stuk kanaal van een paar honderd meter lengte en je helemaal het schompes vangen.

Kunstaas van formaat.

Het is belangrijk om je kunstaas op te laten vallen als er zoveel prooivis rondzwemt. Dat kan door te kiezen voor felle kleuren, maar minstens zo belangrijk is het om te kiezen voor een flink formaat. Normaal gesproken vis ik met shads van 20 -25 cm. in verschillende kleuren. Afhankelijk van de troebelheid van het water kies ik voor natuurlijke kleuren of felle kleuren.

Geen moeite met 25 cm.


3 SUCCESVOLLE TECHNIEKEN


techniek 1> Slepen

Als ik ga slepen vis ik met grote flankers of swimbaits aan de steunhengel. De Daiwa Hybrid heeft me, sinds deze werd geïntroduceerd, al heel veel grote vissen opgeleverd. Bovendien ligt de gemiddelde lengte van de snoek ruim boven de 80 cm. Niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland; eentje die het altijd doet.

De Hybrid Swimbait is een topper voor grote snoek.

Aan de handhengel hang ik bijna altijd een forse shad. Voor mij is de tijd van het gebruik van jigkoppen met een grote enkele haak in combinatie met grote shads wel zo’n beetje voorbij. We vissen eigenlijk alleen maar meer met screw in loodkoppen met een stinger met twee dreggen, die aan de onderkant van de shad worden geprikt met behulp van zgn. stingerpins.

Succesvolle montage. Stingerpins ipv loodkoppen. 

De shad blijft prachtig recht tijdens het binnenvissen en is veel soepeler en daardoor gemakkelijker binnen te krijgen voor een snoek. We hebben gemerkt dat het aantal aanbeten, maar zeker ook het aantal gevangen vissen veel hoger ligt met deze montage. Het effect van de pins is, dat deze na een aanbeet uit de shad worden getrokken, waardoor de shad buiten de scherpe tanden komt te hangen.

techniek 2> Werpen

Als het een beetje overzichtelijk is op de stek qua verschil in waterdiepte kan werpen ook hele goede resultaten opleveren. Het kunstaas is dan over het algemeen een stukje kleiner en lichter. Jerkbaits en onverzwaarde shads boven de planten.

In een luw hoekje kun je werpend leuke avonturen beleven.

Een beetje lood als langs de planten wordt gevist en eventueel met sprongen van het talud als het in de geul echt veel dieper is. Vaak zijn de aasjes tussen de 15 en 18 cm. Het levert vaak meer kleinere snoeken op, maar soms loopt er wel eens een echte dikke bak tussendoor.

techniek 3> Verticalen

Verticalen doe ik met reguliere shads met een lengte tussen 15 en 20 cm, in combinatie met loodkoppen van 20 tot 40 gram, al naar gelang de omstandigheden als waterdiepte en vaarsnelheid. Dat grote gewicht van die loodkoppen is met name bedoeld om de shad zo recht mogelijk onder de boot te houden. Minder gewicht zorgt voor minder controle en daarmee een mindere presentatie. Een snoek doet sowieso niet moeilijk over een beetje extra gewicht.

Verticalen op snoek, misschien nog wel hardere aanbeten dan op snoekbaars. 

Een paar van dit slag en je dag is top!

In principe wordt de lengte van de shad een beetje afhankelijk gemaakt van het formaat aasvis waar de snoek op pleegt te jagen. Op groot water worden flinke lappen ingezet, terwijl dat op wat kleinschaliger water met iets kleinere exemplaren gebeurt.

Een grote banaan boven de aasvis..

De techniek is dezelfde als bij het verticalen op snoekbaars, al mag het allemaal wat minder subtiel gebeuren. Ook het gebruikte materiaal wordt vanzelfsprekend aangepast  aan het wat zwaardere werk. Vaak kunnen de snoeken de kantelende visimitatie maar moeilijk weerstaan. Om te zorgen dat de aanbeten ook verzilverd kunnen worden wordt gebruik gemaakt van een of bij groter shads een tweetal stalen lijntjes met aan het uiteinde een dreg in de flanken van de shad geprikt.

Werpend in het najaarszonnetje. Love it!

In de luwte

In deze periode kan het nog wel eens zo zijn, dat gedurende de dag de wind flink aanwakkert. Bij meer dan windkracht 5 wordt het erg lastig om je kunstaas nog goed te presenteren. Dat hoeft natuurlijk nog geen “einde visdag” te betekenen. Vaak zijn er wel luwe hoekjes, of eventueel haventjes te vinden die doorvissen mogelijk maken. Sta niet verbaasd van het aantal snoeken dat daar vaak te vinden is.

Houd die Daiwa Hybrid in de gaten. daar gaan we meer over horen. 

Soms is het trouwens ook niet verkeerd om de boot op zulke momenten een tijdje te verruilen en vanaf de kant aan de slag te gaan als de mogelijkheid er is. Zeker als er een periode met veel wind is, trekken de witvissen richting de luwe stekken en vanzelfsprekend trekken de roofvissen er achter aan. Zo kan het maar zo zijn dat je op de eerste paar honderd meter van een relatief ondiep kanaaltje waar de wind geen vrij spel heeft zomaar meerdere knappe snoeken achter elkaar vangt.

Jouke Jansma