ROOFBLEI; de meest gemaakte fouten op een rijtje

In de diverse hengelsporttijdschriften en –websites komen regelmatig artikelen voorbij over het vissen op roofblei. Hierin wordt uit de doeken gedaan, hoe en waarmee je het beste roofblei kunt vangen. Wat misschien nog veel interessanter is, is om te weten wat je juist nìet moet doen of welke fouten je beter nìet kunt maken… We vroegen Han van den Eertwegh, roofbleivisser van het eerste uur en kersverse houder van het Nederlands Record, wat de meest gemaakte fouten zijn bij het vissen op roofblei.

Door Han van den Eertwegh

Hoe we op roofblei vissen, welke hengel, lijn of kunstaas we gebruiken of waar ze te vangen zijn, daar is al veel over geschreven. In de loop der jaren hebben mijn vismaten en ik veel mooie roofbleien mogen vangen. Daarbij gaan er echter ook af en toe dingen “fout”. Door schade en schande wijs geworden leren we elk jaar weer bij. Ik zal vijf veel gemaakte fouten op een rijtje zetten en hoe deze het best te voorkomen of te vermijden zijn.

Te kleine spoel & gear ratio

Doorgaans werkt het bij het vissen op roofblei het beste als het kunstaas met een flinke snelheid wordt binnen gedraaid. Het is dan ook verstandig om een werpmolen te kiezen met een hoge inhaalsnelheid. Deze is afhankelijk van twee dingen: de ‘gear ratio’ van je molen, en de omtrek/diameter van de spoel.

Kies niet voor een molen met een te kleine spoel. 

De gear ratio is de verhouding tussen het eenmaal ronddraaien van de slinger van de molen, en het aantal malen dat daarbij de lijn op de spoel wordt gewonden. Bij een gear ratio van bijvoorbeeld 6,2:1 wordt de lijn 6,2 maal om de spoel gewonden, terwijl je de slinger van de molen één keer ronddraait. Bij een gear ratio van 4,5:1 maar 4,5 keer; minder vaak dus.

“HOE GROTER DE DIAMETER EN DUS OMTREK VAN JE SPOEL, DES TE MEER LIJN DRAAI JE PER KEER BINNEN.”

---

Ten tweede speelt mee, hoeveel centimeter lijn je per omwenteling op je spoel draait. Met andere woorden: hoe groter de diameter en dus omtrek van je spoel is, des te meer lijn draai je per keer binnen.

LAWAAI OP DE STEK

Roofblei is een schuwe vis. Het is derhalve van belang om niet te veel herrie te maken op de stek, zodat je de vissen niet verjaagt. Dit begint al met het naderen van je stek: doe dit rustig, langzaam en voorzichtig, en gebruik voor de laatste tientallen meters liever je elektromotor. Benader de stek ook niet tè dicht, maar blijf op werpafstand. Probeer niet teveel te rommelen in de boot, laat niks vallen, leg van tevoren kunstaas, net, onthaakmat, tang en eventueel meetplank en fototoestel klaar. Vooral de grote exemplaren houden het al snel voor gezien bij teveel rumoer.

TE GROOT KUNSTAAS

Roofblei is niet vies van een flinke hap. Maar niet altijd! Helemaal in het begin van het seizoen, als de witvissen net gepaaid hebben, zijn roofbleien vaak helemaal gefixeerd op speldaas tot een centimeter of drie-vier.

Groot kunstaas is mooi voor de herfst straks, maar veel minder goed in het voorjaar. 

Houdt hier rekening mee bij de keuze van je kunstaas! Neem geen 10 of 12 cm lange plug…  daar kijken ze waarschijnlijk niet eens naar om als ze blind van voedselnijd kriskras door een school minivisjes knallen. Neem een klein shadje, plugje of Asp Spinner, en laat die toppluggen van 10 cm of groter liggen tot later in het seizoen.

TE SNEL SCHEPPEN

Yes! Grote roofblei gehaakt, en ogenschijnlijk uitgedrild naast de boot… met het kunstaas buiten zijn bek bungelend. Vismaat assisteert met het landingsnet… maak nu niet de fout om te snel en ongeconcentreerd de vis te willen scheppen. Als je met het net die “buiten boord” bungelende plug raakt, krijg je de vis vaak niet meer goed in je net en loop je de kans dat hij kopschuddend het kunstaas lost… weg roofblei! Blijf geconcentreerd tot je de vis ècht goed binnen hebt.

Gehaakte roofblei in aantocht. 

Bij het landen goed focussen en dan kan er niets misgaan. 

KIEUWGREEP BIJ GROTE VISSEN

De landing ging goed, en de flinke roofblei ligt in het net op de mat. Nu onthaken, foto maken en snel weer terug. Hoe houd je een grote roofblei vast? Veel sportvissers gebruiken net als bij snoek de kieuwgreep.

Bij kleinere vis doe je geen kwaad met de kieuwgreep. 

Op deze manier heb je de gladde vis stevig vast, maar het risico is dat vooral bij grotere, zware vissen, onder de kin de V waar de kieuwdeksels bij elkaar komen, inscheurt. Dat willen we uiteraard voorkomen. Dus wees voorzichtig met de kieuwgreep bij grote roofbleien en ondersteun de vis goed met je andere hand. Overweeg ook eens de staartgreep, dit is een goed alternatief!

Wees voorzichtig met de roofblei, het is een kwetsbare roofvis. 

Vijf dingen die eruit springen en waar ik van geleerd heb bij het vissen op roofblei de afgelopen jaren. Doe er je voordeel mee… en veel plezier bij de jacht op de zilveren pijlen!

Han van den Eertwegh

Han van den Eertwegh is een roofvisser van Limburgse bodem. Hij trekt er niet alleen op uit om te vissen, maar kan het zo goed er een dag op uit trekken voor natuurfotografie. Kijk eens op zijn Facebook, de moeite waard!