Statisch snoekvissen met dood aas – De krokodillenrol & wat is de beste takel?

Hierbij het laatste deel van de driedelige serie van Thimon Dokter over statisch vissen met dood aas op grote snoek. In deel I, klik HIER, beschreef hij zijn visie op voorvoeren op snoek en de beste snoekstekken. In deel II, klik HIER,  aandacht voor de beste dieptes en succesvolle tactieken. Nu is het tijd voor de materialen, takels en welke aasvis soorten…

Door Thimon Dokter

In de vorige delen interessante info over stekken, dieptes, strategieën, etc., maar net zo belangrijk zijn die laatste centimeters van je vissysteem. Zorg altijd dat je takels goed in orde zijn en verdeel de dreggen goed over de aasvis. Wanneer je bij een aanbeet dan op tijd aanslaat, vergroot je de kans op het vangen van die ene dikzak! Wanneer je statisch op snoek gaat vissen dien je dit net als bij kunstaasvissen uiteraard ook met staaldraad te doen. Een zogeheten takel is de juiste montage om te gebruiken voor deze discipline.

Zachte aasvissen, robuust end tackle en vooral staaldraad dat lang genoeg is…

Let er wel op dat wanneer je zelf takels gaat maken het staaldraad vanaf de wartel naar de eerste dreg toe lang genoeg is. Het wil nog wel eens gebeuren dat wanneer je een snoek haakt, deze om zijn as wil draaien net als een krokodil. Wanneer de lengte van je staaldraad dan tekort is, bestaat het risico dat de snoek de hoofdlijn kapot kan bijten. Om dit te voorkomen is het dus aan te raden het staaldraad lang genoeg te maken.

Stel, zo’n snoek draait à la krokodil om zijn as met een takel in zijn bek.

Zelf houd ik hiervoor zo’n 75 cm aan. Dit lijkt best lang, maar met een grote snoek heb je dit zeker nodig! Voordeel is ook dat wanneer de snoek je aasvis van de bodem pakt, hij door de lengte van het staaldraad iets meer speling heeft. De minimale weerstand die dit met zich meebrengt zorgt er voor dat de snoek minder argwanend zal zijn en dus dat de aanbeet verzilverd kan worden. Dan ben je dus dubbel goed bezig.

Met name die tanden plakkaten in de bovenkaak zijn vlijmscherp.

Check ook regelmatig of je staaldraad nog in goede conditie verkeerd. Zo niet, vervang het dan meteen. Het is eeuwig zonde om door achterstallig onderhoud de vis van je leven te verspelen en daarmee de snoek met een paar dikke dreggen op te zadelen. Ook hier geldt dat de veiligheid van de vis te allen tijde voorop moet staan.

Hoe kleiner de snoek, des te groter de kans dat de tanden nog echt vlijmscherp zijn.

Qua dreggen is het aan te raden om voor een takel maatje 4 of 2 (sterke voorkeur Gamakatsu) te gebruiken. Dit is met de meeste aasvissen groot genoeg. Gebruik daarnaast deugdelijke wartels van een goed merk zodat je takel een sterk geheel is. Op deze manier kan er vrijwel niets mis gaan.

 

Zout VS zoet

Qua aas zijn er nogal wat mogelijkheden en de meningen zijn er enorm over verdeeld. Ten eerste is er al de keuze om gebruik te maken van zeevis of zoetwater vis. Mijn mening is dat beide keuzes een zeer goede optie is.

Een heerlijke cocktail toch?! 😛

Ook moet ik eerlijk toegeven dat ik het in de cijfers van de aanbeten ook niet terug heb kunnen zien wat nu echt beter is. Een simpele verklaring zou zijn dat een zoetwater vis zoals de voorn of een kleine brasem een goede optie is, omdat snoek dit van nature al kent. Een zeevis zoals sardine, makreel, haring of horsmakreel is juist weer goed vanwege de vettigheid en het goede geurspoor dat deze vis achter laat in het water. Moeilijk kiezen dus…

Voor- en bijvoer materiaal…

Ik zou zeggen, vis met dat wat je prettig vindt en waar je vertrouwen in hebt. Zelf vis ik graag met hele sardines en makreeltjes waar ik de kop van af snijd. Deze doe ik er in de voerboot bij en zodoende komt het in de buurt van de aasvis te liggen, nadat het aas is gedropt. Zowel de aasvis als de kop geven een goed geurspoor af.

Experimenteer ook met verschillende vissoorten…

Hierbij is het totaal niet van belang waarmee je hebt voorgevoerd. De voervis hoeft wat mij betreft niet altijd ook perse het haakaas te zijn. De ideale tactiek voor mij! Voordeel van zoetwater vis is dat je ze zelf kunt vangen. Scheelt enorm in de kosten en is ook nog leuk om te doen. Voor zeevis betaal je al snel tussen de 3,5 en 5 euro per kilo.

Bij het statisch vissen gebruik ik het liefst een combinatie van voorns en sardines. De voorns zijn het natuurlijke aas van de snoek en de sardines een lekker vette hap. Een vertrouwde combinatie voor mij… al jaren!

 

(Knip)tang

Bij een goede uitrusting hoort vanzelfsprekend ook een goede tangen- en kniptangenset. Met een goede tangenset kun je in elke situatie goed uit de voeten. Het wil namelijk wel eens gebeuren dat een snoek de aasvis bijna geslikt heeft of dat de dreggen zo muurvast zitten dat er bijna niet normaal te onthaken is. Het is dan wel fijn als je over een goede kniptang beschikt waarmee je de dreggen kapot kan knippen.

Van levensbelang voor snoek, bezuinig nooit op goed onthaakmateriaal.

Ook wil het nog wel eens voorkomen dat een snoek de aasvis behoorlijk ver achter in de bek heeft zitten. Een extra lange (puntbek)tang kan er dan voor zorgen dat je er goed bij kunt.

Deze vissen verdienen optimale zorg bij het onthaken.

Al met al heeft snoek per slot van rekening een zeer imponerende smoel met grote en maar liefst ruim 700 vlijmscherpe tanden. Daarom is een goede tangenset mega belangrijk! Zodat niet alleen jij als visser, maar ook de snoek niet onnodig gewond raakt.

 

(Voor)voeren of niet?

Vaak waren de instant sessies zonder te voeren lang niet zo productief als de sessies wanneer ik wel had gevoerd. Ik ving wel snoeken, maar zeker niet zoveel en zo constant als wanneer er een voerstek was opgebouwd. Na een voer sessie waren dagen tot in de dubbele cijfers helemaal geen uitzondering.

Tja, het heeft wel eens wat weg van karpervissen en jawel, heel toevallig zijn het beide vissen 😛

Feit is ook dat ik na voersessies vaak de betere (lees grotere) snoeken ving. Waarschijnlijk heeft dat te maken met wat ik al eerder in dit stuk aanhaalde. De grootste snoeken zijn nu eenmaal dominant en eisen de beste jachtgronden op. Voorvoeren is daarom een super effectieve tactiek om de grotere en dikke snoeken te vangen.

Natuurlijk ving ik ook grote snoeken als ik niet had voor gevoerd, maar het verschil is toch wel aanzienlijk ten opzichte van wel voeren. Na een voersessie zaten er zelfs vaak meerdere grote vissen bij op een goede visdag. Dat is ook het doel dat ik stel als ik ga voorvoeren.

Heerlijk als het los gaat, maar ook mooi als je alles uit de kast moet halen en er dan zo’n dame boven water komt.

Moet je dan altijd per se voor voeren als je gaat dood aas vissen? Nee hoor! Als je weet waar ze uithangen kun je ze instant ook gewoon vangen. Het belangrijkste is dan de locatie en dat je simpelweg zeker weet dat de snoek er graag rondhangt of al huist.

 

Natuurlijk zijn er dagen waarbij je helemaal niets fout kunt doen. Dit zijn naar mijn ervaring echter wel uitzonderingen op de regel. Deze dagen moet je koesteren en gebeuren echt niet iedere week. Het belangrijkste is om gewoon van iedere sessie en de momenten aan de waterkant volop te genieten.