Streetfishing is één van de meest toegankelijke manieren van roofvissen op vooral baars en snoekbaars. Je hebt niet veel nodig, je kunt het op veel plekken doen en je kunt hele leuke aantallen vis bij elkaar vangen. Het is dan ook niet gek dat streetfishing mega populair is, zeker onder jongere vissers. In dit artikel nemen we je van A tot Z mee in de beginselen van het streetfishen.
Door Team Roofmeister – Streetfishen wordt gedaan in elke denkbare stad in Nederland en zelfs in Europa. Hier vind je vaak stukken rivier, haventjes, grachten, sluizen en noem maar op. Dit zijn allemaal plekken waar je je streetfishing hart kunt ophalen. De steden hebben vaak een goed bestand aan vooral baars en snoekbaars die zich heel goed laten vangen! Dieper in de stad, zoals in de haventjes en grachtjes zul je vaker de kleinere vissen vinden. Ga je meer naar de buitenkant, naar de rivier bijvoorbeeld, dan is de kans ook groter op een mooie vangst!
Allemaal leuk, maar hoe ga je dit aanpakken als je echt net begint? Waar ga je beginnen, wat heb je nou allemaal nodig en wat voor technieken en kunstaasjes kies je uit?
Wat heb je nodig?
Om te beginnen natuurlijk de spullen zoals de hengel, molen, lijn en andere accessoires. Zonder al deze middelen kom je natuurlijk nergens. Streetfishen is zo leuk omdat je het met zo weinig spullen kunt doen. Je hebt helemaal geen vijf hengels nodig om lekker een paar uurtjes te vissen in de stad. Kies daarom een hengeltje die vrij allround is.
Met allround bedoelen we dat je er veel technieken mee kunt toepassen. Een hengel tot zo’n maximaal 15 á 20 gram en een lengte tot zo’n maximaal 2.20 m is ruim voldoende. Onthoud dat we gaan streetfishen, dus je moet vaak tussen obstakels en onder bruggen pielen. Een langere hengel zit dan best in de weg. Ook wil je een hengel met een strakke blank en gevoelig topje. Als je naar de hengelsportwinkel gaat, weten ze zeker hoe ze je moeten helpen met zoeken naar de perfecte hengel!
Qua molen kunnen we ook kort wezen, het belangrijkste is dat deze lekker licht in de hand ligt. Kies daarom een molentje in de 2000-2500 serie en je zit helemaal goed. Spoel daar vervolgens een lijntje op van zo’n 10/00 of 12/00, dit is dik genoeg om ook wat grotere vissen te vangen en mocht je eens een beetje langs een obstakel schuren, dan breek je niet gelijk af. Aan deze lijn knoop je een stuk fluorocarbon tussen de 27/00 en 35/00, afhankelijk van hoeveel scherpe dingen er onder water liggen.
Het lijkt allemaal wat aan de dikke kant, zeker voor de echte finesse peuteraars, maar better safe than sorry, zeker als je net begint! Als laatste neem je een net mee met lange steel, een kleine onthaakmat en je onthaak tangen. Vergeet ook zeker niet je VisPas en VisPlanner app, zo weet je zeker dat je op stukken vist waar je ook mag vissen.
De aanpak
Nu je je spullen hebt, is het tijd om te gaan vissen. De stad is rijk aan potentiële stekken, dus je kunt alle kanten op. Focus in het begin vooral op bruggetjes, sluisjes en andere onderbrekingen zoals haveningangen. Ja, dit kunnen druk beviste stekken zijn, maar zorg eerst dat je de basis door hebt en af en toe wat vis vangt, zodat je weet dat je techniek in orde is voordat je gaat zoeken naar nieuwe stekken.
Gebruik je tijd efficiënt en hop lekker van hotspot naar hotspot. Sla de tussenliggende rechte en ‘saaie’ stukken eerst over, want het kost teveel tijd om deze ook af te vissen. Krijg je na tien minuten op je stek geen enkele aanbeet en heb je hem wel goed uitgeworpen? Loop dan lekker door, er kan zeker vis liggen, maar deze is dan niet actief. Als beginner is het dan heel erg moeilijk deze vissen aan het bijten te krijgen en ze zijn je tijd niet waard.
Gooi vooral richting schaduw hoekjes, brugpeilers, onder de bruggen en eigenlijk overal waar je denkt dat het een tactische plek is voor een roofdier om te liggen. Mocht het stromen, dan zijn vaak de stukjes net buiten de hoofdstroom goede plekken om te gooien.
Technieken en kunstaas
Er zijn tal van technieken en er is nog veel meer kunstaas en hierin kun je jezelf snel verliezen. Er is één techniek die echt perfect is voor wanneer je net begint en dat is de dropshot. Hieraan kun je echt heel erg weinig fout doen, het enige wat belangrijk is, is dat je loodje vlakbij/op de bodem blijft.
Een dropshot is een loodje met 30 cm daarboven een haakje die haaks op de lijn staat. Aan dit haakje kun je dan je shadje doen, welke mooi horizontaal boven de bodem blijft hangen. Hiervoor kun je alle soorten shads gewoon gebruiken, het enige wat we aanraden is dat je niet te grote shads kiest, dus onder de 10 cm als je net begint. In het begin is het vooral belangrijk dat je gewoon leert wat vis te vangen en aanbeten te voelen, dus als je wat kleiner vist, heb je meer kans op aanbeten.
De dropshot werp je dus in op een plek waarvan jij denkt dat er vis ligt en je laat deze naar de bodem zakken. Vervolgens draai je je lijn strak en zoek je contact met het lood. Dan kun je het loodje een stukje naar je toe slepen en dan laat je het loodje even stil staan. Belangrijk is wel dat je altijd de lijn goed strak houdt, anders voel je de aanbeet niet goed. Je kunt wat tikjes geven aan je shad als je wilt, maar dit is niet altijd nodig.
Mocht je wat voelen aan je lijn, geef dan een goede tik met je hengel om de haak te zetten. Ook bij twijfel gewoon aanslaan! Ze kunnen soms akelig zacht bijten… Heb je het dropshotten goed door, dan kun je gaan experimenteren met wat andere technieken zoals het jiggen. Dit is al iets technischer en hierbij draai je je shadje op en laat je deze weer rustig in drie á vier seconden naar de bodem zakken aan een strakke lijn.
We hopen dat je met deze tips de juiste setup, stekken en de eerste vissen kunt gaan vinden! Heel veel succes met het streetfishen Roofmeisters!