Superrrr tips om met de bijhengel meer snoekbaars te vangen -Michael Stalenhoef

Met een hengel vissen is leuk, maar met twee hengels maak je veel meer kans! Maar hoe pak je dit nu precies aan? Snoekbaars expert en visgids Michael Stalenhoef beschrijft in dit artikel hoe jij met de bijhengel meer snoekbaars kunt vangen.

Door Michael Stalenhoef

Het kan zeer succesvol zijn om tijdens het verticalen een tweede hengel in te zetten. Besluit je om dit te gaan doen, dan zijn er in het begin twee belangrijke spelregels waar je zeker rekening mee moet gaan houden.

Met deze Scotty steun kun je je bijhengel razendsnel uit de steun slaan.

Ten eerste: de bijhengel mag absoluut niet in de weg staan. Controleer dus goed voordat je wild schroevend met de accu boormachine aan de gang gaat waar je de hengelsteun wilt gaan plaatsen. En ten tweede: je moet er razend snel bij kunnen.

De aanpak

Maar hoe gaat het nu verder? Maak het jezelf in het begin dan ook niet te lastig en begin gewoon lekker simpel. Voor de duidelijkheid: de gekozen stek die we in dit voorbeeld gaan bevissen bevindt zich op een diepte van 8 meter. Tijdens het optuigen van de bijhengel plaatsen we ook twee verschillend gekleurde stuitjes op de hoofdlijn. Nadat we het gekozen (kunst)aasje, in dit geval een Spro Iris Popeye van 8 cm in de kleur Mojito aan het speldje hebben gehangen, zetten we het eerste stuitje op 6 meter en de tweede op 7 meter. We’re ready to catch some fish!

De Popeye shadjes van Spro werken erg goed voor de rovers.

De Iris Popeye laten we afzinken tot het eerste stuitje bij het wateroppervlakte is aangekomen. Vervolgens sluiten we de beugel van de molen, controleren de slip nog even en plaatsen we daarna de bijhengel in zijn steun. Het (kunst)aas wordt nu op ongeveer 6 meter diep aangeboden, kan niet vast lopen aan de bodem en gaat hierdoor prima zijn werk doen: namelijk roofvissen verleiden.

Zeker in de winter komt het vaak genoeg voor dat de ‘dode’ hengel beter scoort dan de handhengel.

Waarvoor dient dan het 2^e stuitje? Dit is onze “speelruimte” van vandaag. Willen we het (kunst)aas toch liever iets dieper laten lopen? No problemo… Beugel open en lijn bijgeven tot het tweede stuitje bij het wateroppervlakte is aangekomen. Beugel sluiten en voilà. In plaats van 6 meter loopt het (kunst)aas nu ongeveer 7 meter diep. Job well done!

De hengel

Het zijn ook vaak mooiere exemplaren op de bijhengel.

Zorg er wel voor dat je tweede hengel altijd langer is dan je handhengel. Hierdoor is de kans meteen een stuk kleiner geworden dat beide lijnen met elkaar in de knoop komen. Zelf gebruik ik de Sportex Black Arrow G3 van 270 cm als bijhengel. Hoe vaker je een tweede hengel zult inzetten, des te vertrouwder zal het worden om hiermee te gaan vissen. Je zult merken dat na verloop van tijd de eerder genoemde stuitjes achterwege kunnen blijven.

De Sportex Black Arrow G3, perfect voor mij om als bijhengel te gebruiken.

Om daadwerkelijk iets van je bijhengel te kunnen leren, is het van groot belang dat je ook echt altijd weet hoe diep je deze aanbied ten opzichte van de bodem. Laat je het (kunst)aas van je bijhengel b.v. 15 cm boven de bodem “lopen”, 30 cm of zelfs 60 cm? Om dit te bereiken zal het in de praktijk betekenen dat je regelmatig moet controleren hoe diep je (kunst)aas op dat moment loopt.

Een veelbelovende stek

Nu verschijnt er plotseling op het beeldscherm van mijn Lowrance dieptemeter een veelbelovend kuiltje. Het gaat plotseling 5 meter dieper worden. Da’s interessant! Na natuurlijk eerst een waypoint te hebben gemaakt, geven we onze handhengel snel even wat lijn bij zodat deze mooi op diepte blijft. Maar we willen ook dat ons (kunst)aas van de bijhengel perfect door dit veelbelovende kuiltje gaat.

Regelrecht uit het kuiltje!

Hoe we dit doen? We pakken de bijhengel uit de hengelsteun, openen de beugel, geven wat lijn bij, sluiten de beugel om vervolgens de hengeltop naar het wateroppervlakte te brengen. Valt de hoofdlijn slap dan betekent dit dat het (kunst)aas de bodem heeft bereikt. Is dit niet het geval dan open we opnieuw de beugel om iets lijn bij te geven. Vervolgens brengen we weer de top van de hengel richting het wateroppervlakte. Bingo….de hoofdlijn valt nu wel slap. The Popeye has landed.

Natuurlijk moet je ook je handhengel gefocust vissen.

Vervolgens plaatsen we de bijhengel weer terug in de steun, nemen iets lijn in en ons (kunst)aas presenteert zich weer succesvol boven de bodem. Eenmaal aangekomen bij het einde van het kuiltje zullen beide lijnen slap gaan vallen. Om te voorkomen dat het (kunst)aas vastloopt zal nu van beide hengels lijn moeten worden ingenomen. Na dit te hebben gedaan is het weer opnieuw controleren, kijken of het kunstaas nu wel weer op de gewenste diepte is. Blijven controleren is de sleutel tot succes.

Met deze tips vergroot je je kans op extra vis in de boot. De bijhengel kan dodelijk effectief zijn. Probeer het ook eens zeker met een hele grote shad! Echt grote snoekbaarzen kunnen een grote vorkstaart zo 50 cm boven de bodem vaak niet weerstaan. Check HIER de Instagram van Michael.