Nederland is een vis walhalla met haar vele rivieren, meren en sloten. Zelfs het water midden in de steden zitten vol met vis en dat weten veel vissers maar al te goed. Het zogenaamde streetfishen is in de afgelopen 10 jaar mateloos populair geworden en met recht! Hoe cool is het om in zo’n setting de rovers achterna te zitten. Check hoe je makkelijk de beste stekken kunt vinden.
Door Team Roofmeister
Om te beginnen is elke stad weer anders en niet alle stekken die we hier benoemen zijn aanwezig in elke stad of productief. Een stek kan er vanaf de kant nog zo mooi uit zien, maar als er geen water staat, schiet je ook niet op. Lees HIER hoe je je thuis al kunt inlezen en kunt bepalen waar je wel en niet hoeft te vissen.
Stek 1> Bruggen
Inderdaad, je hoort het overal, maar we kunnen het niet vaak genoeg zeggen, bruggen. Dit is zo om meerdere redenen. Ten eerste omdat ze schaduw bieden. Zeker snoekbaarzen zijn lichtschuw en trekken zich graag terug op donkere plekken. Ook geeft de schaduw de roofvis meer beschutting en is het voor aasvissen lastiger om de rover te zien. Bruggen zijn ook plekken waar sneller obstakels liggen waar aasvis tussen kan liggen, omdat mensen toch sneller vanaf een brug iets in het water gooien (wat ze absoluut niet horen te doen.)
Bij sommige bruggen versmalt het water ook, zeker als het vlakbij een rivier is, krijg je hier een hardere stroming dan in bijvoorbeeld de haven zelf. Stroming is altijd goed en zet de vis aan het bewegen. Ook stroomt er voedsel mee in de stroming waardoor de roofvis eigenlijk alleen maar hoeft te wachten. Bruggen zijn om deze redenen dan vaak ook echte hotspots die je zeker niet moet overslaan.
Stek 2> Pontjes
Plekken waar pontjes vertrekken en aanmeren zijn ook heel interessant. De pontjes woelen het water om door de stevige motor die er in zit, waardoor er voedsel vrij komt voor aasvisjes. Tegelijkertijd kunnen die aasvissen wel in de problemen komen door die stroom en dat weten de rovers maar al te goed.
Bijkomend voordeel van pontjes is dat ze vaak ook aan een ponton liggen waar je onder kunt werpen. Het ponton biedt ook weer schaduw aan de roofvis, dus dubbel voordeel! Daarnaast zijn deze plekken in de avond ook goed verlicht met lantaarns. Kleine aasvis komt hier vaak op af en soms kun je ze zelfs in het oppervlak zien zwemmen. Pontjes zijn daarom overdag en in de avond ware hotspots!
Stek 3> Haven ingangen
Ingangen of splitsingen zijn altijd goed, vissen die het andere water in of uit willen of de haven in of uit willen, moeten sowieso door de ingang. De ingang is vaak smaller en daardoor kun je hem effectief uitvissen. De kans is groot dat hier ook rovers liggen te wachten op aasvis die rond trekt.
Vaak kun je ook nog eens bruggen vinden bij haven ingangen en palen in het water. Al deze onderbrekingen maken de stek des te interessanter. Ook kun je hier vaak merken dat er iets meer stroming staat, omdat het een smaller stukje is. Al deze factoren maken een haveningang of andere versmalling een interessante plek om eens uit te vissen.
Stek 4> Onderbrekingen
Onregelmatigheden zijn altijd goed in het water. Deze plekken bieden vaak beschutting aan rovers of een strategisch punt. Denk met onregelmatigheden aan palen in het water, versmallingen, bruggen, takken, sluisjes of een rechte kant die overgaat in wat anders, zoals een damwand die overgaat in steenstort om maar wat te noemen.
Bedenk je goed waar een roofvis kan liggen waar hij makkelijk kan liggen zonder energie te verspillen, een aasvis niet goed ziet waar hij nou ligt en waar hij makkelijk zijn prooi kan verrassen. Een paal in het water bijvoorbeeld biedt net een beetje extra beschutting en bescherming tegen eventuele stroming. Als je op een lang, saai recht stuk vist, focus dan vooral op onregelmatigheden.
Stek 5> Hoekjes net uit de stroming
Hoekjes zijn vaak echt gouden stekken, je vindt er vaak niet veel vis omdat er weinig plek is, maar je kunt toch net even die mooie bonus vis uit een hoekje peuteren. Met hoekjes bedoelen we punten in de kant die net buiten de stroming liggen omdat er een splitsing is bijvoorbeeld. Een aasvisje ziet een roofvis nooit liggen als deze om de hoek ligt net buiten een brug bijvoorbeeld.
In zo’n hoekje ligt de roofvis veilig en hoeft hij niet te zwemmen tegen de stroming. Zoek dus op plekken waar het goed kan stromen net even die plekjes op waar het niet stroomt. Grote kans dat een roofvis daar langs ligt te wachten totdat er een prooi langs komt zwemmen in de stroming. Dit kun je ook een beetje koppelen aan onderbrekingen, deze plekken geven de rover net die camouflage en rust om goed positie te kiezen. Eén worp kan al genoeg zijn!
Er zijn genoeg plekken in de stad waar je vis kunt verwachten. Denk gewoon op basis van dit artikel goed na welke plekken een strategisch punt bieden voor de rover en op welke plekken de rover niet zoveel energie kwijtraakt. Denk als een vis en je gaat vangen!