Meestal gaan artikelen over het verticaal vissen op snoekbaars over het vissen op diep water. Terecht, want daar wordt ook erg veel op deze manier gevist en… gevangen. Toch is verticalen ook heel goed mogelijk op veel ondieper water. Soms worden de vissen gevangen op plekken waar nauwelijks meer dan een meter water staat.
Door Jouke Jansma
Op veel kanalen waar ik vis heb ik meestal te maken met relatief troebel water. Het is daar op de meeste plaatsen niet echt diep. Over het geheel genomen zijn er weinig plekken te vinden, waar het water veel dieper is dan een meter of zes en op de kleinschaliger water is een kleine drie meter wel het maximum. Wat wel eens vergeten schijnt te worden, is dat dergelijke wateren over het algemeen een uitstekende snoekbaarsstand hebben. Door de relatief lage hengeldruk valt er af en toe wel eens een knappe vis te vangen.
Als combinatie hengel/molen is in principe dezelfde combinatie bruikbaar die overal in Nederland wordt gebruikt bij het verticalen. Zelf geef ik wel de voorkeur aan een wat langere en iets soepelere hengel met een wat meer parabolische actie.
Omdat de beviste stekken relatief ondiep zijn is het er vaak nogal hectisch wanneer een vis gehaakt is. De dril aan een wat soepelere hengel is dan ook een stuk prettiger en de uitvallen van een vis zijn makkelijker te pareren. Er worden dan ook duidelijk minder vissen verspeeld op een parabolisch buigende hengel met een niet al te zwaar afgestelde molenslip.
Loodkopjes en shads
Het gewicht van de loodkop houd ik zo licht mogelijk. Hoe kleiner het gewicht van de loodkop is, hoe beter. Belangrijk is dat je de loodkop zo zwaar kiest, dat je in staat bent om je plastic in de buurt van de bodem te houden. Afhankelijk van wind, stroming en het vaartempo bepaal ik zodoende het gewicht van mijn loodkoppen.
Over kleuren van de te gebruiken shads zal ik het niet hebben, want vaak zijn die per water en ook nog eens per dag verschillend. Dat het bij erg troebel water te overwegen is om wat fellere kleuren te gebruiken mag duidelijk zijn. Al zul je je verbazen over wat er aan bijvoorbeeld een bruinwitte shad kan worden gevangen in echt bruin kanaalwater.
Qua formaat hou ik er van om wat grotere exemplaren te vissen. Minimaal 12 cm met een groot profiel, maar zeker op de steunhengel vis ik vaak een shad met een lengte van minstens 15 cm.
Stekken
Een kanaal is qua diepte en opbouw nogal een eentonig leefgebied voor de vis. Het mag dan ook duidelijk zijn dat alle afwijkingen in het enigszins eentonige onderwater-landschap als potentiële hotspots kunnen worden aangemerkt. In de wat koudere periode, als het water wat helderder wordt en de vis zich wat meer concentreert op de wat diepere plekken, wordt er eigenlijk uitsluitend op deze plekken gevist en blijft het diagonalen boven de taluds veelal achterwege.
Plekken waar gemalen het overtollige water lozen, worden tijdens het vissen op de kanalen eigenlijk nooit overgeslagen. De bodem is er vaak keihard en het is er meestal wat dieper dan elders. Zeker als er wat stroming staat is er vaak actieve vis aanwezig. Ook de ingangen van jacht- en insteekhaventjes zijn over het algemeen goede kanaalstekken gebleken, zeker in de winter. Over het algemeen wordt speciaal gelet op stekken waar een beetje beweging in het water zit.
Het beste herkenbaar en vaak ook uitstekende stekken zijn echter de vele bruggen die een kanaal overspannen. Ook hier is het water vaak wat dieper door het uitslijpen van de bodem door de stroming. Bovendien staan er vaak allerlei obstakels in het water waarachter roofvis zich kan verschuilen. Hoewel de ene brug duidelijk betere resultaten oplevert dan de andere, is er vrijwel altijd wel wat te beleven. Zeker bruggen die aan weerszijden een aantal dukdalven hebben, leveren vaak de nodige vissen op.
Niet allen op de kanalen, maar ook op de vele meren zijn ondieptes te vinden waar bij tijd en wijle goed vis te vangen. Ook wil het op de ondieptes tussen de kribben op de rivier nog wel eens raak zijn. Gewoon een kwestie van uitproberen. Nog als laatst, vaak zijn het niet de kleinste snoekbaarzen die zich juist ondieper ophouden.