Roofblei, voor menigeen nog een groot mysterie. Asp expert Leon Haenen noemt ze ook wel ‘onze immigranten uit het Oostblok’. En niks is meer waar, want zo lang zwemmen ze nog niet op onze wateren. Met 5 tips van Leon moet je qua visserij een heel eind verder komen!
Door Leon Haenen
TIP 1> Pas het formaat van je kunstaas aan
Tijdens de eerste maanden van het nieuwe seizoen heeft de roofblei vooral speldaas op het menu staan. Het is wellicht de weg van de minste weerstand voor onze import-rover die nog familie blijkt te zijn van de karperachtigen. Ik kan het me wel levendig voorstellen dat de roofblei voor deze optie kiest. In de zomermaanden krioelt het werkelijk van de kleine visjes. Het is daarom erg aan te bevelen om de roofblei te verleiden met kleiner kunstaas. En of dat nou shads zijn of kleine plugjes, dat maakt niet zoveel uit.
De roofblei is niet eens zo kieskeurig ‘als ze los zijn’. Ik gebruik heel graag de Molix Trago Spin Tail of de Trago Vib voor deze visserij. Daarmee kan ik enerzijds hele verre worpen maken en anderzijds heel fijn variëren met de inhaalsnelheid. Hoe trager je deze aasjes binnen vist, des te dieper ze lopen. De Trago Vib kun je tevens dieper laten lopen omdat deze maar liefst drie verschillende bevestigingspunten heeft die mede bepalen hoe diep het kunstaasje loopt. Beide modellen zijn tevens echt ontworpen voor hele hoge inhaalsnelheden, iets waar menig kunstaas mee door de mand valt…..zeker als die inhaalsnelheid ook nog eens gepaard gaat met sterke stroming.
Tip 2> Zoek ze eens heel dicht aan de oever
Johan Cruyff sprak ooit de gevleugelde woorden: “ Je gaat het pas zien als je het doorhebt”… Bij de visserij op roofblei is deze uitspraak heel vaak van toepassing. Je gaat het ook pas zien als je het door hebt… Dan ga je automatisch succesvoller zijn en meer vis op de mat krijgen.
In de eerste maanden van het seizoen doe je er slim aan de roofblei eens te zoeken vlak onder de oever. Op nog geen meter uit de oever. Als je ze hier zoekt, zul je de ervaring op doen dat je kunstaas direct wordt gegrepen als het aasje het water doorklieft. Een slag draaien en BAM!!!
Hangen… dat is typerend voor de visserij op roofblei in die eerste maanden. En of je nou vanaf de oever vist of vanuit een (belly)boot, probeer het eens uit en je zult zien dat het werkt. Het speldaas zwemt vaak ook heel dicht onder de oever en dan zitten de rovers niet ver uit de buurt. Vaak met groepjes bij elkaar.
TIP 3> Stilstaand water
Heel lang werd gedacht dat de roofblei vooral van snel stromend water zou houden en dat werd mede gevoed door ‘het broodje aap’ verhaal dat dit zo is omdat daar de prooivisjes in paniek raken als gevolg van de stroomversnellingen en kolken. Inmiddels weten we wel beter. Zo snel raken visjes niet in paniek of gedesoriënteerd.
Ik moet toegeven dat ik in de beginjaren ook vooral roofblei ging zoeken op plekken waar het keihard stroomde… en vaak doe ik dat nog steeds, maar dan wel met een andere motivatie. Tegenwoordig doe ik dat vooral omdat ik weet dat ze daar zitten vlak voor en na de paai en vanwege het feit dat er daar wellicht 1.000.000.000 prooivissen rondzwemmen.
Jaren geleden las ik al een stuk over de roofblei visserij op het Balatonmeer in Hongarije… een meer… stilstaand water dus. Dit meer staat indirect via een kanaal in verbinding met de Donau en die wetenschap heeft mij ertoe gebracht om ze ook te gaan zoeken op de grindgaten die in verbinding staan met onze rivieren… En warempel… Daar zijn ze net zo goed te vangen. Sterker nog, mijn grootste exemplaren komen van het stilstaande water . Vergeet niet ze op stilstaand water te zoeken.
TIP4> Kleuren en beweging
Roofblei is een vissoort waarvan de geleerden roepen dat ze enerzijds in kleur zien en anderzijds ogen hebben die uitgerust zijn met bewegingsgevoelige cellen. Roofblei kan iets, dat in een flits voorbij komt, vlijmscherp zien en daar dus ook heel snel op reageren. Dat betekent enerzijds dat ze er geen enkel probleem mee hebben om een snel binnen gevist aasje te kunnen zien en toe te slaan.
Anderzijds betekent deze wetenschap in de praktijk ook vaak dat ze weliswaar wel besloten hebben om toe te slaan, maar zich op het allerlaatste moment bedenken of gaan twijfelen omdat er iets te zien was dat hen deed twijfelen… Als je niet met fluorocarbon onderlijnen vist op roofblei , dan ga je vaker een vis missen, zeker op helder water. Mijn onderlijnen zijn vaak wel 2 meter lang, omdat ik ze zo goed mogelijk wil misleiden.
Natuurlijk wilden wij een keer mee met deze topper en zo geschiedde. Check onderstaande video.
Onzichtbaarheid van de onderlijn is daarbij van evident belang. Bewezen is ook dat ze in kleur kijken. Mocht je niks vangen aan een bepaalde kleur, dan is wisselen van kleur vaak de sleutel tot succes. Bij helder water kies ik steevast voor natuurlijke kleuren. Bij troebel water graag voor felle kleuren en hele lichte kleuren zoals wit en geel.
Tip 5> Waterlagen
In de beginjaren van de visserij op roofblei werd vaak gesuggereerd dat je de roofblei helemaal in de bovenste waterlagen moest zoeken en bevissen. Dat heb ik zelf ook heel lang gedaan. Gewapend met mijn minnows die slechts 20 cm onder het wateroppervlak doken of met oppervlakte kunstaas wist ik mijn vissen wel te vangen.
Maar er waren ook dagen dat ze onvindbaar waren… Later bleek dat ze dan nog steeds wel te vangen waren, maar dan wel op een andere diepte. Op zulke dagen is het erg zinvol om met kunstaas aan de slag te gaan dat dieper loopt. Ik zweer bij de Molix Jubar Smart serie en de Finder Jerks van hetzelfde merk. Deze toppers lopen tussen de meter en anderhalve meter, laten zich heerlijk ver werpen en produceren een onweerstaanbare actie…..ook als je ze heel snel binnen vist.
Als je de roofblei gaat belagen aan het oppervlak, dan ervaar je vaak aan den lijve dat je weliswaar een kolk ziet bij je kunstaas, maar dat de vis mis grijpt. In de praktijk is dat vaak een vis die zich op het laatste moment bedenkt en zich omdraait (vanwege het uitstekende zicht van de vis). Mocht je een dergelijke aanbeet krijgen, dan doe je er verstandig aan je kunstaasje (een popper of een stickbait wellicht) even een seconde stil te laten liggen. Mocht de roofblei echt gemist hebben, dan gaat ie vaak voor een tweede poging. Op papier klinkt dat allemaal heel eenvoudig… In de praktijk heb ik er zelf ook wel last van dat e in een reflex reageert en aanslaat of verder vist. Probeer er eens aan te denken en laat het aasje een seconde stil liggen. Werkt absoluut!
Roofblei is echt geen makkelijke vis om te vangen, maar met deze tips weet ik zeker dat je meer kans gaat maken! Heel veel succes Roofmeisters!