WAAR of ONZIN? 50’er baarzen zijn solitair – Meerval eet XXL prooien – Snoek vang je niet in troebel water

In het eerste deel (klik HIER) van fabels & waarheden hebben we al een aantal veelbesproken punten beschreven. Zoals het debat tungsten vs. lood, of hoe belangrijk is een goede polaroid bril nu echt? In dit artikel bespreken we weer een aantal punten waar nog steeds discussie over is en geven wij onze inzichten!

 

Punt 1> Beugel open of dicht bij het afzakken?

De ene zegt dat je de beugel open moet laten bij het afzakken van je shadje naar de bodem en de ander zegt dicht laten. Dit is een lastige en voor beide punten valt echt wat te zeggen. Beide komen met zijn voor- en nadelen, dus deze zullen we eerst bespreken. Ten eerste beugel open. Dit heeft als voordeel dat je shadje niet dichter naar de boot of kant toe dwarrelt en gewoon recht naar beneden valt.

Door je lijn op spanning te houden, komt er minder bocht in je lijn. 

Het grote nadeel is dat je lijn niet onder spanning staat en daardoor erg vatbaar is voor de wind en stroming. Met veel wind en stroming zal dit een flinke bocht in je lijn veroorzaken, die er haast niet meer uit te krijgen is. Zodoende is het erg lastig om controle over je shad te houden.  Dan de beugel dicht, wat is daar het voordeel van? Nou, dat er dus veel minder bocht in je lijn komt waardoor je meer controle hebt. Het nadeel is dus wel dat je shadje naar je toe komt zakken tijdens het zinken. Op diep water verlies je dus best wat meters van je worp.

Met je beugel dicht komt de shad meer naar je toe en verlies je meters, echter heb je wel betere controle.

Wat is dan de beste oplossing? Op ondieper water onder de vijf meter raden we aan eventueel ietsje verder te gooien dan nodig en gewoon op een strakke lijn je shad te laten zakken, je verlies is dan niet heel groot. Op dieper water moet je toch meer een middenweg zoeken. Hoe verlies je weinig meters op je worp terwijl je wel volle controle behoudt? Dit kun je doen door dit te doen: begin met je hengel hoog na je worp en beweeg je top rustig naar beneden met de zakkende shad. Ben je beneden met je top, dan geef je  heel gecontroleerd met je vingers wat lijn, terwijl je je top omhoog beweegt en herhaal je dit tot je op de bodem ligt.

 

Punt 2> Zijn 50+ baarzen solitair?

Baarzen staan bekend als scholenvissen, zeker kleine baarzen leven in grote aantallen samen. Hoe groter ze worden, hoe minder groot de school. Zeker wanneer ze echt buitencategorie worden, dan gaan ze echt in kleine aantallen leven. Met de huidige sonars kunnen we vaak goed zien dat het met 45+ baarzen vaak om scholen van drie tot zes vissen gaat.

Niet de mooiste foto, maar duidelijk een aantal baarzen te zien. Hoe weten we dat? Zie foto onder ; -)

Maar hoe zit het dan met die vijftigers? Ook deze kunnen samen zwemmen met andere grote baarzen, echter zullen het er niet veel zijn. Vaak lijkt het dat ze alleen zitten als je ze vangt omdat je erna geen beet meer krijgt, maar dit kan heel goed zijn omdat de rest geschrokken is. De goede fishfinders van tegenwoordig laten dit goed zien. Sommige leven inderdaad solitair, maar vaak gebeurt het toch wel dat er één vijftiger te midden van de 45+ baarzen zwemt.

Dat weten we door er eentje te vangen! Na deze vis, viel het stil en moesten we een ander schooltje zoeken.

 

Punt 3> Eet meerval hele grote prooien?

Meervallen worden door sommige mensen gezien als plaag, omdat ze erg veel en grote prooien zouden eten. Maar is dit wel waar? Wij vroegen het aan expert Rick Habermehl en hij vertelt ons dat hier niets van waar is. Hij onderzoekt geregeld wat er in de maag zit van meervallen door het met zijn hand er uit te halen, puur voor de wetenschap 😉 We moeten niet vergeten dat meervallen groot, koudbloedig en lui zijn.

Er wordt beweerd dat het heuse veelvraten zijn, Rick Habermehl vertelt ons dat daar niets van waar is.

Ze zijn meesters in energie besparen en liggen vaak stil. Denk ook even aan een witte haai of anaconda. Deze kunnen ook grote tijden op één goeie prooi leven. Meervallen zijn niet veel anders, ze eten volgens Rick gewoon wat er aangeboden wordt. In Rotterdam is dit voornamelijk paling, brasem en platvis bijvoorbeeld en in Frankrijk op de Rhône is dat karper. Ook vertelt hij ons dat hij ze juist in de zomer vaak met grotere aasvissen vangt en in de winter met kleinere. Als reden geeft hij dat een grote aasvis zoals een brasem moeilijk slikken is en dit in de winter minder prettig is voor ze.

Ze eten dus echt platvis in de omgeving van Rotterdam.

Of meervallen dus grote prooien eten? Ja, maar niet in zulke aantallen als dat mensen denken. De stofwisseling is zeer laag omdat ze vaak stil liggen en koudbloedig zijn. Ze hoeven dus niet net als wij mensen energie te verbranden om warm te blijven. Daarnaast bevat een grote prooi veel energie. Zeker in de winter kunnen ze dan dus wel even vooruit!

Zo’n grote prooi kunnen ze wel even op teren.

 

Punt 4> Groot vangt groot?

Ja, zeker is dit waar, maar groot vangt ook klein. Het punt is dat je met groot kunstaas vaker de kleinere vis eruit filtert. Op klein kunstaas kun je zeker ook grote vis vangen, zeker in de zomer als de meeste aasvissen klein zijn. Zeker voor snoek lijkt dit te gelden, maar feit is dat wanneer je echt gericht op grote vis wilt vissen, het toch wel beter gaat met groot aas. Ook snoekbaars is een vis waarbij je met groot aas selectiever op grotere vis vist. Grote snoekbaarzen zijn echt lui en doen het liefst heel weinig voor veel energie.

Grof kunstaas resulteert echt wel meer in grote vis.

Zeker in het najaar is groot aas vaak succesvoller dan klein aas. Ook de actie van groot aas is vaak trager en grotere vissen lijken een trage actie erg interessant te vinden. Klein kunstaas is vaak snel en nerveuzer en kost meer energie om achterna te jagen. Het blijft een lastige deze, omdat op klein kunstaas ook grote vis wordt gevangen, maar je zult zien, hoe meer uren met groot aas, des te minder je vangt, maar hoe groter de vis.

Klein kunstaas kan natuurlijk ook, maar gericht op grote vis met klein aas is wel lastiger.

 

Punt 5> Troebel water kansloos op snoek?

Snoeken zijn echte zichtjagers, echter vergeten mensen ook weleens dat ze over een zijlijn orgaan beschikken. Hiermee vangen ze kleine bewegingen in het water moeiteloos op en kunnen ze zonder zicht jagen. Je bent in troebel water op snoek zeker niet kansloos. Wat minder gunstig is, is dat wanneer je sloot normaal helder is en dan in één keer echt troebel wordt.

De rivier was al een weekje goed troebel en een grote shad was helemaal geen moeite voor deze snoek!

Deze verandering is vaak niet prettig en dan worden de snoeken even inactief in afwachting of het weer helderder wordt. Ook is een klein beetje kleur in het water vaak wel voordelig, omdat de snoek niet goed ziet of er iets loos is. Ze moeten sneller kiezen of ze je aas pakken, dus dan knallen ze er ook hard op! Een goede tip is wel om in troebel water kunstaas te kiezen dat veel water verplaatst of veel herrie maakt, om in te spelen op hun zijlijn orgaan. Kansloos ben je zeker niet, maar denk even goed na hoe je water er normaal bij ligt.

 

Weer een hoop mythes waarvan zeker twee kanten van het verhaal zijn. Snoek kan prima jagen in troebel water, meerval eet lang zo veel niet als wij denken en grote baarzen zijn vaak niet solitair. Er blijven altijd uitzonderingen, zeker in het vissen en dat is wat het zo leuk en spannend maakt!