De winter is niet iedereens favoriete seizoen. De roofvis laat zich niet meer overal vangen en zijn ontzettend traag. Waar hou je rekening meer als je in de winter gaat zoeken naar roofvis?
Door Team Roofmeister
Om te beginnen zijn vissen koudbloedige dieren. Koudbloedig wil zeggen dat de lichaamstemperatuur van de vis hetzelfde is als zijn omgeving. Is het dus koud in het water, dan is de vis van binnen net zo koud. Als het koud is, gaat de vis van binnen ook een stapje rustiger aan doen.
Het duurt bijvoorbeeld langer om eten te verteren door de lage lichaamstemperatuur. Hierdoor hoeft een vis ook veel minder te eten als het koud is, omdat de vis ook weinig verbruikt.
Energieverbruik
In de winter wil een vis zo lang mogelijk doen met de energie die hij heeft opgeslagen in de herfst. Het is dus logisch dat ze plekken opzoeken waar ze zo min mogelijk energie kwijt zijn. Dit is over het algemeen altijd zo, een dier gaat niet zomaar kostbare energie verbruiken. Plekken waar een vis rustig kan liggen, zijn bijvoorbeeld hoeken uit de stroming. Diepe kuilen zijn ook geliefd. Of bijvoorbeeld wanneer je vanaf de kant vist, is het water rondom huizen interessant. Dit kan net ietsje warmer zijn en dus prettiger voor de vissen. Zoek dus plekken op waarvan jij denkt dat het weinig energie kost om er te liggen.
Dit kan ook veranderen natuurlijk. Op de rivier kan het water soms erg hoog staan en hard stromen. De vissen kunnen dan een stuk ondieper liggen dan je denkt, omdat dit de enige plekken zijn waar ze rustig kunnen liggen.
Aasvis
Natuurlijk, het is een open deur intrappen en iedereen weet het intussen wel. Daarom gaan we nu niet in op dat je de aasvis moet zoeken, maar hoe? Aasvis verbruikt het liefst net als roofvis zo min mogelijk energie. Ook houden ze van plekken waar het iets warmer kan zijn of plekken waar de temperatuur zo constant mogelijk blijft. In de polders bijvoorbeeld, merk je vaak dat ze dan echt in de bewoonde gebieden gaan liggen. Op ondiep water is aasvis zo gevonden, deze verraden zichzelf vaak wanneer je met je kunstaas door een schooltje heen vist.
Op groot water is het anders, dan heb je ze niet zo simpel gevonden door alleen te kijken. Hier komen fishfinders in het spel. Natuurlijk kun je aasvis tegenkomen als je willekeurig rondvaart, maar je wilt natuurlijk zo snel mogelijk vissen. Vaak zie je dat de aasvis of de havens in trekt of het diepe water opzoekt.
De reden dat ze diep water opzoeken, is omdat de temperatuur constanter is op dieper water. Het oppervlakte water varieert constant en dat is voor een koudbloedig dier in de winter niet prettig. Ook is er op de ondieptes minder voedsel en beschutting voor de aasvis te vinden omdat de planten zijn afgestorven.
Traag
Doordat de temperatuur dus zakt in het lichaam, wordt de vis ook trager. Ook moet een vis efficiënter omgaan met zijn energie. Je ziet vaak dat groot en traag kunstaas de voorkeur heeft in tegenstelling tot snel en nerveus kunstaas. Een schot nemen om een aasvis te pakken, kost energie. Dus de prooi moet wel wat opleveren wil de rover ervoor gaan. Probeer dus eens groter te vissen dan je gewend bent, zeker in de winter is dit het proberen waard.
Omdat het kunstaas traag wordt aangeboden, heeft de rover minder energie nodig om het te pakken. Dat maakt het dus ook interessanter voor de rover. Het inlassen van pauzes bij het binnen draaien is enorm belangrijk als je succesvol wilt zijn in de winter. Kortom, het mag allemaal een maatje groter dan in de zomer en een paar tandjes trager. Zoek plekken waar de rover zo min mogelijk energie hoeft te verbruiken. Vind je hier ook nog aasvis bij, dan heb je de jackpot te pakken.
Veel succes met het vangen van dikke winter roofvis! Nu zijn ze op hun mooist, alleen soms best lastig te vinden. Met deze tips ga jij beslist meer vis vangen in de winter.