Vanaf 1 november start de winterrustperiode voor de Biesbosch. De Biesbosch heeft in de winterperiode een grote verantwoordelijkheid voor de opvang van landelijke en West-Europese populaties watervogels. Verstoring tijdens deze periode kan leiden tot onvoldoende rust, wat tot gevolg kan hebben dat vogels de winter niet overleven.
De vogeltrek is momenteel in volle gang en vele tienduizenden watervogels, zoals ganzen, eenden, reigers, aalscholvers en steltlopers landen in de Biesbosch en overwinteren daar. Zij vestigen zich in reeds afgesloten natuurdelen van de Biesbosch, zoals de Kleine Noorwaard en de spaarbekkens.
Echter doen ze dit ook in andere delen van de Biesbosch. Deze zijn wel toegankelijk en blijven dat voor bezoekers en waterrecreanten. De Biesbosch is geen toevallige bestemming, de grote open stukken water vriezen minder snel dicht bij strenge vorst, zijn voedselrijk en de watervogels verblijven op delen die relatief beschut liggen tegen weer en wind.
Op die plaatsen is voldoende voedsel beschikbaar en wachten de vogels in de luwte van de Biesbosch. Dit doen ze tot de winter voorbij is en het voorjaar begint. Door een aantal locaties in de Biesbosch recreatief te ontzien, krijgen de watervogels hier de rust die ze nodig hebben om de winter goed door te komen. De winterrust duurt tot 1 maart. Vanaf dat moment zijn de meeste watervogels weer naar het noorden vertrokken en hebben ze voldoende energie opgedaan voor het komende broedseizoen.
Let dus een beetje op de plekken waar je vaart en vist. Misschien is het wel een plek waar je niet mag komen vanwege de vogels. Respecteer de natuur en laat de vogels met rust.