Slow motion op wintersnoek met Jouke Jansma

22/11/2021
Slow motion op wintersnoek met Jouke Jansma

Het water wordt kouder, winter is coming en onze koudbloedige vrienden reageren daar op. Snoek is daar geen uitzondering op. Hoe kunnen wij als roofvissers hier het beste op anticiperen? Hoe groot moet het kunstaas zijn, welke vistechniek is nu het meest effectief en waar moeten we zoeken. Onze expert Jouke Jansma van Daiwa weet er alles van!

Door Jouke Jansma

In de echt koude winterperiode, als de eerste nachtvorstperiodes achter de rug zijn, staat de natuur op een wat lager pitje. Wie goed om zich heen kijkt zal duidelijk kunnen waarnemen dat de vis zich nu veel minder uitbundig gedraagt dan in de warme maanden.

Dit soort snoeken is niet bang voor een beetje formaat.

Prooivissen komen in grote scholen bij elkaar in de wat diepere en/of luwe gedeelten van een water. De roofvissen volgen hun voedsel, maar worden minder actief. Om ook in deze periode succesvol op snoek te kunnen vissen zullen we  ons (kunst)aas en de presentatie daarvan moeten aanpassen.

 

Go big

In zo’n bek past best wel een groot stuk kunstaas…

Om maar een open deur in te trappen, het kunstaas mag flink aan de maat zijn. De roofvis gaat in deze periode zo economisch mogelijk met zijn energie om. Eén keer energie gebruiken voor het bemachtigen van een flinke prooi, verdient de voorkeur boven een paar keer inspanning verrichten voor enkele kleinere.

Niet alleen grote, maar ook modale snoeken zijn gek op grote flankers.

Het kunstaas dat ik de snoeken en ook de snoekbaarzen (die zijn echt ook niet vies van een flinke hap) in de winterperiode voorschotel, zijn altijd van een flink formaat. Een lengte van 15 centimeter is in deze periode voor mij het absolute minimum.

 

Slow motion

De Hybrid swimbait is mijn favoriet voor grote snoek…

Ready for the job.

Het bijkomende voordeel van een groter maat plug is, dat de actie over het algemeen wat rustiger wordt en wat minder vinnig is dan bij de kleiner varianten. Dat is niet onbelangrijk, want ook de onderwaterwereld beweegt zich wat meer in slowmotion. Met name echt grote flankers zijn in deze periode gewoon heel goed bruikbaar. De actie is langzaam kantelend van de ene zijde op de ander, ook bij een geringe snelheid en blijkbaar heeft juist deze actie een grote aantrekkingskracht.

Grote zwartgele streamers zijn top!

Als we het over ondiep en helder water hebben kunnen we de grote bucktailstreamers eigenlijk niet overslaan. Ook deze kunnen erg langzaam door het water worden gehaald. In ieder geval mogen ze flink groot zijn. Er zijn tegenwoordig streamers te koop die op een tube zijn gebonden en als je iets echt groots wilt, hang je er gewoon twee achter elkaar, al dan niet met een haak ertussen.

Het blijft imposant zo’n forse wintersnoek.

Voor mij is de Hybrid Swimbait van Daiwa een van de grote favorieten in deze tijd. Dit kunstaas heeft me al heel veel grote bakken van snoeken opgeleverd. Waar het aan ligt kan ik niet zeggen, maar zowel in binnen- als buitenland is hij al vaak met heel veel succes ingezet.

 

Rubberrrrrrrr

Het zal echter niemand verbazen dat met name grote shads voor mij in de winter, zo’n beetje standaardkunstaas zijn. Ook nu gaat mijn voorkeur uit naar de grotere maten. Hoewel sommigen ze echt te groot vinden heb ik vaak het meeste succes met de grote shads van 20 tot 25 cm. Om te werpen neem ik vaak een maatje kleiner, maar met name de grote exemplaren kun zo tergend langzaam laten zwemmen, dat de roofvis er maar heel moeilijk vanaf kan blijven. Een betere flanker is er eigenlijk niet te vinden.  Bovendien zijn ze door gebruik van een shallow scew  in combinatie met kleine of grotere gewichtjes op allerlei dieptes te gebruiken en desgewenst erg langzaam te vissen.

Ondiep en onverzwaard met een shad.

Niet alleen de actie maar ook de snelheid en manier van binnenvissen verdienen de nodige aandacht. Vooral in de wintermaanden zijn de aanbeten soms erg voorzichtig.

Veensnoeken zijn prachtig van kleur, ook in de winter.

Kun je in de zomer of herfst flinke tikken met je hengel geven, in de winter moet dat uiterst subtiel gebeuren. Voorzichtige bewegingen met de hengeltop om het kunstaas enigszins te versnellen zijn beter dan korte felle tikken. Bovendien mag de snelheid een stukje naar beneden. Soms is het de truc om echt zo langzaam mogelijk binnen te draaien.

 

Slepen of werpen

De keuze om slepend of werpend te vissen hangt helemaal van het te bevissen water af. Op lange kanalen zoals we die bij ons in het noorden kennen, is trollen de meest succesvolle methode gebleken, omdat je op die manier een veelvoud aan stekken tegenkomt… De actieve vissen moeten met andere woorden echt gezocht worden.

Volhouden levert nog wel eens een beloning op in de winter.

Echte hotspots kunnen ook in de winter heel goed werpend worden afgevist. Met name bij bruggen, in sluiskolken en andere versmallingen vind je vaak wat dieper water met een stevige bodem en dat trekt weer de nodige vis aan. Ook plekken waar gemaaltjes water lozen zijn vaak wat dieper en vormen een verandering in het vaak wat monotone bodemprofiel van een doorsnee kanaal. Dat is dan ook net waar we naar zoeken. Sla met name ingangen naar waterpartijen in woonwijken en (jacht)havens niet over, want vaak liggen daar meerdere grote vissen bij elkaar.

 

Ook al lijkt de snoek soms eerst geen enkele aandacht aan het voorgeschotelde kunstaas te willen besteden, blijf stug doorvissen. Het levert nog wel eens een hele aardige afsluiting van een winterse visdag op.